Aangeboren hartafwijkingen
Ongeveer één op de honderd pasgeboren baby's heeft een aangeboren hartafwijking. In Nederland worden ieder jaar ongeveer 1500 baby’s geboren met een hartafwijking.
Symptomen uitklapper, klik om te openen
Kinderen met een aangeboren hartafwijking kunnen verschillende klachten vertonen. Een opvallend symptoom is blauw zien. Dit komt doordat zuurstof rijk en zuurstof arm bloed met elkaar mengen, bijvoorbeeld als de lichaamsslagader en longslagader omgewisseld zijn (transpositie van de grote vaten). Daarnaast kunnen kinderen veel zweten of kortademig zijn. Ze hebben dan een snelle ademhaling en vertonen intrekkingen (te zien bij de ribben, de buik of in het kuiltje bovenaan de hals). Vaak zien we dan ook dat kinderen slecht drinken en niet goed groeien.
Niet alle hartafwijkingen geven meteen na de geboorte klachten, soms wordt het pas later duidelijk dat er iets aan de hand is. Naast afwijkingen in de bouw van het hart, kunnen ook afwijkingen in het ritme voorkomen, of in de functie van het hart. Bij ritmeproblemen kan het hart veel te langzaam of veel te snel kloppen. Ook dan zullen kinderen soms bleek zien, zweten en niet goed drinken.
Voorbeelden van aangeboren hartafwijkingen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Uw kind is doorverwezen naar de afdeling kindercardiologie en kinderhartchirurgie. Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem contact op.
Polikliniek Kindercardiologie / kinderhartchirurgie
De polikliniek is bereikbaar op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur.
Hebt u vragen over de planning van een operatie of hartkatheterisatie? Bel dan onderstaand telefoonnummer:
T: 088 75 547 04U kunt ook een e-consult aanvragen via Mijn UMC Utrecht. Dit kan alleen als uw kind al patiënt bij de afdeling kindercardiologie is.
Is uw kind onder behandeling in het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen en is er een acuut levensbedreigend probleem? Bel dan 112.
Buiten kantooruren
Vraag de telefonist of hij u doorverbindt met de dienstdoende arts-assistent kindergeneeskunde. Deze kan laagdrempelig overleggen met de dienstdoende kindercardioloog.