Bij een (aangeboren) hartafwijking is soms een hartoperatie nodig om het probleem te verhelpen. Dit kan via het borstbeen of via de zijkant van het lichaam. Er kan geopereerd worden in het hart zelf, waarbij het hart wordt geopend en stilgelegd. Soms is dit niet nodig en wordt alleen aan de buitenkant van het hart of de bloedvaten geopereerd.
Een hartoperatie is een ingreep waarbij aan het hart wordt. Via het eerdere onderzoek weet de kinderhartchirurg precies waar het probleem zit. Zo kan de chirurg bijvoorbeeld een gaatje tussen beide boezems (ASD) of kamers (VSD) sluiten. Sommige operaties zijn erg ingewikkeld, bijvoorbeeld als de linkerkant van het hart niet goed is aangelegd (hypoplastisch linkerhartsyndroom). Onze kinderhartchirurgen zijn gespecialiseerd in het snel opereren van pasgeboren baby’s.
Bij een openhartoperatie moet het borstbeen geopend worden. Daarna wordt vaak het hart geopend en stilgelegd om de hartafwijking goed te kunnen herstellen. Ongeveer 75% van alle hartoperaties zijn openhartoperaties. Tijdens een openhartoperatie neemt een hart-longmachine de functie van het hart en de longen over. Deze machine wordt bediend door de perfusionist. Als de operatie klaar is en we de afwijking aan het hart hersteld hebben, brengen we het hart weer op gang en wordt de hart-longmachine afgekoppeld. Voor sommige operaties is geen hart-longmachine nodig.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Bij een geplande opname komt uw kind op de donderdag voor de operatie of hartkatheterisatie op de POS-poli cardiologie. POS staat voor pre-operatief spreekuur. Uw kind komt op de POS-poli cardiologie omdat het om een ingreep gaat die te maken heeft met het hart. Op het pre-operatief spreekuur spreekt u verschillende zorgverleners, zoals de kinderhartchirurg, de anesthesist, de verpleegkundige, de afdelingsarts en de medisch pedagogisch zorgverlener. Bij een acute opname krijgt u alle informatie op de afdeling.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
Als ouder is uw aanwezigheid rondom een operatie van uw kind erg belangrijk. Zo begeleidt u uw kind voor en na de operatie in het ziekenhuis:
Voor de operatie
- Voorbereiding: Wanneer uw kind oud genoeg is, is het goed om te bespreken wat er in grote lijnen gaat gebeuren. Uw kind wordt vaak de dag voor de operatie al opgenomen in het ziekenhuis. Ook moet uw kind ‘s ochtends nuchter zijn en moeten jullie soms wachten tot uw kind aan de beurt is. Probeer uw kind dan af te leiden.
Na de operatie
- Aanwezig zijn: Het kan zijn dat uw kind zich na de behandeling te ziek voelt om iets te doen. Alleen al uw aanwezigheid kan dan belangrijk en voldoende zijn. Zorg dat u iets meeneemt om voor uzelf te doen, bijvoorbeeld iets om te lezen.
- Verzorgen: Op afdeling Pelikaan verzorgt u uw kind samen met de verpleegkundige. Voor afdeling Leeuw maakt u afspraken met de verpleegkundige over de verzorging van uw kind: u mag uw kind dan vaak weer zelf wassen, helpen bij het eten, verschonen en instoppen. De verpleegkundige ondersteunt daarbij. Dit zorgt vaak voor een vertrouwd gevoel voor u en uw kind.
- Spelen: U kunt natuurlijk ook met uw kind spelen. Er is speelgoed aanwezig op de afdeling, maar u mag ook eigen speelgoed meenemen. Elektrisch speelgoed en andere elektrische apparaten moeten door de technische dienst van het WKZ worden goedgekeurd om eventuele storingen te voorkomen.
- Naar buiten: Op de afdeling Leeuw kunt u zelf met uw kind gaan wandelen in de omgeving van het ziekenhuis wanneer het mooi weer is en uw kind van de arts naar buiten mag. Daarvoor zijn rolstoelen, kinderwagens en wandelwagens aanwezig in het ziekenhuis.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
Vervolg
Zorg dat uw kind zich tijdens het herstel van de hartoperatie aan de volgende leefregels houdt:
Het herstel van de wond:
- Het litteken kan de eerste tijd nog wat rood of blauw zien. Dit is normaal. Let er wel op dat de wond later niet opnieuw rood of dik wordt. Neem in dat geval contact op met de polikliniek.
- Houd de wond droog. Uit beide uiteinden van de wond kan wat wondvocht komen. Veeg dit weg met een droog gaasje en dek de wond nooit af met verband.
- Soms komt het knoopje van de hechting via het litteken naar buiten. Dat is niet erg. Maak het knoopje schoon met een gaasje met alcohol en dep het droog. Meestal lost het uiteindelijk vanzelf op.
- Onoplosbare (thoraxdrain) hechtingen moeten tussen de vijfde en zevende dag na de plaatsing verwijderd worden. De huisarts kan dit doen in het geval dat uw kind dan al naar huis is.
Lichamelijke verzorging:
- Uw kind mag twee dagen na de operatie weer douchen.
- Na twee weken mag uw kind weer in bad als er geen korstjes of open plekjes meer op de wond zijn. Als dit wel zo is, laat de wond dan nog niet weken, maar spoel hem alleen af.
- Zwemmen in een zwembad mag pas als er geen korstjes meer op de wond zitten of na twee weken.
- Een nieuw litteken mag de eerste zes maanden niet in de zon, tenzij volledig beschermd met een sunblock (factor 50).
Activiteiten:
- Laat uw kind zelf de grenzen aangeven wat betreft inspanning.
- Het borstbeen heeft zes weken nodig om volledig te genezen. Til uw kind daarom de eerste zes weken na de operatie niet onder de armen op. Kleine kinderen mogen de eerste zes weken ook niet op hun buik liggen. Daarna mag u uw kind weer optillen zoals u gewend was.
Heeft u vragen over schoolbezoek en sporten van uw kind? Stel deze dan tijdens het eerste polikliniekbezoek aan de kindercardioloog.