Het WKZ Geboortecentrum

Het WKZ Geboortecentrum bestaat uit twee onderdelen:

1. Afdeling verloskunde, voor de tweede- en derdelijns verloskundige zorg.
2. Afdeling neonatologie, neonatale zorg met een regionale functie.

Zwangeren vrouwen kunnen bevallen in het geboortecentrum van het WKZ. Poliklinisch en onder begeleiding van eigen verloskundige, of met een medische indicatie onder begeleiding van een van onze gynaecologen.

Het WKZ Geboortecentrum biedt verschillende opties voor pijnbestrijding tijdens de bevalling:

1. Epidurale anesthesie (ruggenprik)
   Dit is een van de meest effectieve vormen van pijnbestrijding tijdens de bevalling. Een ruggenprik verdooft de zenuwen in de onderrug, waardoor de pijn van de weeën sterk vermindert.
2. Pethidine (injectie)
   Pethidine is een vorm van opioïde pijnstilling die via een injectie wordt toegediend. Het kan helpen om de pijn te verminderen en te ontspannen, maar het kan ook bijwerkingen hebben zoals slaperigheid of misselijkheid.
3. TENS (Transcutane Elektrische Zenuw Stimulatie)
   Dit is een niet-medicamenteuze optie waarbij kleine elektrische stroompjes worden gebruikt om de pijn te verminderen. Het apparaatje kan door de vrouw zelf bediend worden en wordt vaak gebruikt in de vroege fase van de bevalling.
4. Warmte en water
   Het WKZ Geboortecentrum biedt ook de mogelijkheid om een bad te gebruiken tijdens de bevalling. Warm water kan helpen om te ontspannen en de pijn te verlichten.
5. Kalmerende middelen
   In sommige gevallen kunnen kalmerende middelen worden voorgeschreven om angst te verminderen en te helpen ontspannen tijdens de bevalling.

Elke vorm van pijnbestrijding heeft voor- en nadelen, en de keuze hangt af van persoonlijke voorkeuren en de omstandigheden tijdens de bevalling. Het is altijd goed om vooraf met de verloskundige of gynaecoloog te bespreken welke opties het beste bij jou passen en deze van te voren vast te leggen in jouw bevalplan.

Het WKZ Geboortecentrum heeft directe toegang is tot een team van specialisten, waaronder gynaecologen, anesthesisten en neonatologen. Deze nauwe samenwerking zorgt ervoor dat, indien nodig, snel en adequaat kan worden ingegrepen bij complicaties tijdens de bevalling.

Tijdens de bevalling worden zowel de moeder als de baby continu gemonitord. Dit gebeurt door middel van cardiotocografie (CTG), waarbij de hartslag van de baby en de weeën van de moeder in de gaten worden gehouden. Deze continue monitoring helpt bij het vroegtijdig signaleren van eventuele complicaties, zodat er direct gepaste maatregelen kunnen worden genomen.

Er mogen verschillende personen bij een bevalling aanwezig zijn, op verzoek van de zwangere. Zoals de partner, familieleden of vrienden of een doula. Afhankelijk van de situatie is het ook mogelijk dat andere zorgverleners aanwezig zijn, zoals de anesthesist, een neonatoloog of een cardioloog.

Het is verstandig om de wensen van te voren te bespreken.

• een polikliniek
• een afdeling triage voor zwangeren
• een afdeling voor opname van (zieke) zwangere vrouwen;
• verloskamers
• een kraamafdeling 
• een gezinskamer (met plek voor 2 vrouwen en hun kind)