Terug

Slokdarmafsluiting

Ziektebeeld

De slokdarm is de verbinding tussen de mond en de maag. Bij een slokdarmafsluiting (oesofagusatresie) is er een aangeboren onderbreking van de slokdarm.

Het bovenste deel eindigt meestal in een blinde zak. Het onderste deel is vaak verbonden met de luchtpijp. Deze verbinding noemen we een fistel. Door de slokdarmafsluiting kan voedsel (melk) niet van de mond naar de maag, maar kan er wel maagsap in de luchtwegen komen. Er zijn verschillende typen slokdarmafsluitingen:

Zes typen slokdarmafsluiting, waarbij wordt weergegeven dat de slokdarm steeds op een andere manier onderbroken is.

Van links naar rechts: Long gap oesophagus atresie (A), Long gap oesophagus atresie met proximale fistel (B), oesophagus atresie met distale fistel (C),  proximale en distale fistel (D), H-fistel (E). 

Type C komt het vaakst voor (85%). Bij type A (7%) en type B (1%) is de afstand tussen de slokdarmgedeeltes groot, waardoor er vaak twee operaties nodig zijn om de uiteinden naar elkaar toe te krijgen.

Symptomen uitklapper, klik om te openen

  • Speeksel niet goed kunnen wegslikken
  • Bellenblazen
  • Niet goed drinken en verslikken
  • Luchtwegproblemen

Oorzaken uitklapper, klik om te openen

Vaak is er geen specifieke erfelijke oorzaak voor het ontstaan van een slokdarmafsluiting. Wel komt dit in ongeveer de helft van de gevallen voor in combinatie met andere specifieke afwijkingen. Deze mogelijke set aan afwijkingen vatten we samen onder de noemer VACTERL. In onderstaande afbeelding splitsen we deze afkorting uit. 

Infographic VACTERL: V = Vertebrea = afwijkingen wervels rug, A = anus atresie = afwijkingen aanleg anus, C = Cardiaal = aangeboren hartafwijking, TE = Tracheo-oesofageaal = afwijking luchtpijp of slokdarm, R = Renaal = afwijking nieren of blaas, L = Ledematen = afwijkingen armen of benen.

Onderzoek en diagnose uitklapper, klik om te openen

Omdat deze afwijkingen vaak samen voorkomen met een slokdarmafsluiting, verrichten we hier onderzoek naar. Tijdens de opname in het ziekenhuis maken we een echo van het hart, de nieren, het ruggenmerg en maken we röntgenfoto’s van de wervelkolom. Daarnaast verrichten we genetisch onderzoek.

Behandeling uitklapper, klik om te openen

Uw kind heeft een operatie nodig voor de slokdarmafsluiting. Dit gebeurt in ons ziekenhuis vrijwel altijd met een kijkoperatie. 

Voorafgaand aan de operatie onderzoeken we de binnenkant van de luchtpijp met een camera (tracheoscopie).

Evaluatie van de luchtpijp (trachea)

Voorafgaand aan de operatie verricht de keel-neus-oorarts een tracheoscopie. Dit is een onderzoek waarbij we met een camera de binnenkant van de luchtpijp bekijken. Een slokdarmafsluiting komt vaak samen voor met een slapte van de luchtpijp, ook wel tracheomalacie genoemd. Hierbij zijn de kraakbeenringen van de luchtpijp (te) slap of misvormd. Deze kraakbeenringen zorgen normaal voor de stevigheid en het goed open blijven van de luchtpijp. Ook kan de spierwand aan de achterkant van de luchtpijp te breed en te slap zijn. Kinderen met een slappe luchtpijp kunnen in ademnood komen. Als we tijdens het onderzoek zien dat er sprake is van een slappe achterwand van de luchtpijp, dan kunnen we de luchtpijp met een aantal hechtingen opspannen aan de wervelkolom. Door het vastmaken van de slappe achterwand van de luchtpijp aan de wervelkolom, blijft de luchtpijp beter open staan. Bij de meeste kinderen is er geen extra behandeling nodig en wordt de luchtpijp vanzelf sterker wanneer kinderen ouder worden.

De operatie

Tijdens de kijkoperatie brengt de kinderchirurg een camera en instrumenten in via enkele kleine openingen in de rechterzijde van de borstkas. De kinderchirurg maakt beide uiteinden van de slokdarm aan elkaar vast met hechtingen. Een eventuele verbinding tussen de slokdarm en de luchtpijp wordt gesloten. De kinderchirurg voert een voedingssonde via de neus naar de maag door en soms laten we een slang (drain) achter in de borstkas om vocht en lucht af te kunnen voeren.

Na de operatie

Na de behandeling verblijft je kind nog een periode op de NICU. We bouwen de ondersteuning van de beademing af en starten de voeding via de voedingssonde. Hierna wordt je kind overgeplaatst naar de afdeling kinderchirurgie om zelf te leren drinken.

Mogelijke complicaties na de behandeling

  • Lekkage van de nieuwe aansluiting. Dit herstelt meestal door het plaatsen van een slangetje (drain) bij de lekkage in de borstholte.
  • Vernauwing van de slokdarm, meestal bij de nieuwe verbinding. Dit komt door de vorming van littekenweefsel
  • Reflux. Hierbij komt maagsap omhoog de slokdarm in.
  • Gestoorde beweging van de slokdarm, waardoor het eten moeilijker zakt.
  • Luchtweginfecties en longproblemen

Vervolg

Na de operatie zal er na ontslag een poliklinische follow-up zijn bij de kinderchirurg en de kinderarts. Bij deze controles wordt bijvoorbeeld besproken hoe het met eten en drinken gaat, hoe de longen functioneren, en of je kind goed groeit.

Zie ook: Slokdarmafsluiting - Het WKZ

Zorgen voor jezelf

We bieden alle ouders van een kind met een slokdarmafsluiting een reanimatiecursus aan. Kinderen met een slokdarmafsluiting kunnen zich namelijk makkelijker verslikken of last hebben van een te slappe luchtpijp (tracheomalacie). Hierdoor kan gemakkelijker een noodsituatie ontstaan. Wij willen dat je zo goed mogelijk kunt handelen, maar het kan ook ingrijpend zijn om te bedenken dat het nodig zou kunnen zijn. U kunt een mail sturen om u aan te melden voor deze reanimatiecursus naar: reanimatieouders-neo@umcutrecht.nl. Op afdeling Papegaai kunnen ouders van een baby met een slokdarmafwijking sinds kort gekoppeld worden aan een buddy. Een buddy is in dit geval een andere ouder met een vergelijkbare ervaring. Naast de begeleiding en informatie van ziekenhuismedewerkers, ontstaan er bij ouders mogelijk ook veel praktische vragen. Denk aan: hoe regel je de zorg in het dagelijks leven? Moet je stoppen met werken of hoe regel je kinderopvang? Het delen van ervaringen en tips met andere ouders en er voor elkaar kunnen zijn kan dan fijn zijn. Wil je hieraan deelnemen, stuur dan een mail naar e.m.vanroon@umcutrecht.nl.

Meer weten uitklapper, klik om te openen

Wat hoort er bij dit ziektebeeld


Zorgkosten

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek kinderchirurgie, hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.

Polikliniek Kinderchirurgie

088 75 540 70

De polikliniek is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 08.30 - 16.30 uur.
Mijn patiënt verwijzen

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

Contact

Afspraken

Praktisch

hetwkz.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet