Ontwikkelingsgerichte zorg (OGZ) richt zich op de zorg die past bij de ontwikkeling van uw kind. OGZ richt zich op het bieden van steun en comfort, en het verminderen van stress bij ouders en kind.
Door ontwikkelingsgerichte zorg samen met u toe te passen, ondersteunen wij de groei en ontwikkeling van uw kind. In deze informatiefolder vindt u aanbevelingen voor de zorg voor uw kind.
Voor een meer uitgebreide uitleg over en achtergronden van de ontwikkelingsgerichte zorg kunt u de website van Care4Neo raadplegen.

Ouders zijn belangrijk binnen het zorgteam van een kind. Uw aanwezigheid biedt de beste ondersteuning voor uw kind, waarbij u binnen uw mogelijkheden kunt bijdragen aan de verzorging van uw kind. In overleg met de verpleegkundige kunt u bepalen bij welke handelingen/onderzoeken u aanwezig wilt zijn, welke zorg u zelf graag voor uw kind wilt doen en wanneer u gebeld wilt worden. Bijvoorbeeld bij onrust of veranderingen.
Wekelijks zijn er op vrijdag van 15.00 tot 16.00 uur ouderinformatiebijeenkomsten met een wisselend thema die u kunnen ondersteunen bij de zorg voor uw kind (zie het digitale scherm op de gang van de neonatologie). Thema’s zijn: troosten, leren lezen van gedrag, slaap, overplaatsing en ontslag. Ook zijn er boeken ter inzage op de afdeling waaronder “Zorgen voor je baby op de Couveuseafdeling” en “Reisgids naar Huis”.
Als uw kind prematuur geboren is en op de NICU is opgenomen, ontvangt u het informatieboek :”Samen sterk, ouderschap op de NICU”. U kunt het boek aanvullen met informatie die voor uw kind relevant is met 'add-ins', die u vindt in de kast in de ouderkamer tegenover unit 1 op de tweede verdieping.
U kunt altijd bellen om te vragen hoe het met uw kind gaat of om uw zorgen te bespreken. Minimaal één keer per week zal er een gesprek plaatsvinden met een arts over de gezondheidstoestand en ontwikkeling van uw kind. In dit gesprek word ook besproken wanneer uw kind toe is aan de volgende fase, zoals een overplaatsing naar een ander ziekenhuis/afdeling of ontslag naar huis. U kunt ook regelmatig aanwezig zijn bij de medische bespreking (artsenvisite) van uw kind.
Verder bent u altijd welkom om bij uw kind aanwezig te zijn. Ook wanneer u niet aanwezig kunt zijn kunt u, tijdens het verblijf van uw kind op de NICU, uw kind volgen via een onlineverbinding met de camera (Neolook).
Indien u als ouder graag ondersteuning wilt van een andere ouder (buddy) die een soortgelijke periode heeft doorgemaakt, dan kunt u dit met de arts/verpleegkundige bespreken. Bij een langdurige opname van uw kind is het mogelijk om enkele personen in uw omgeving te betrekken in de zorg voor uw kind (Derden in de zorg). Uw verpleegkundige kan hierover meer informatie geven.
Geluid uitklapper, klik om te openen
Probeer de geluiden rondom uw kind te beperken, om de slaap van uw kind te ondersteunen en overprikkeling te voorkomen. Praat zachtjes en beweeg rustig. Schuif niet met stoel of kruk. Houd het rustig rondom de couveuse, ook als er bezoek is. Leg niets op de couveuse en leun er niet tegenaan. Open en sluit de couveusedeurtjes voorzichtig. Open verpakkingen rustig en buiten de couveuse. Bespreek met de verpleegkundige wanneer uw kind laat zien dat het contact met u wilt maken, zodat u hierop in kunt spelen met een verhaaltje vertellen, neuriën of zingen.
Bellen is toegestaan, wel zonder speaker. Beeldbellen is toegestaan met gebruik van oortjes.
Licht uitklapper, klik om te openen

Voorkom overprikkeling door te fel licht, door de ogen van uw kind af te schermen. Dim het licht zoveel mogelijk. Plaats de deken zo op de couveuse dat het licht zo min mogelijk op de ogen valt. Indien uw kind niet meer in de couveuse ligt, kunt u de ogen afschermen door een spuugdoekje losjes, tijdens het moment van fel licht, over het hoofd/ogen te plaatsen.
Bij fel licht door fototherapie, bij geelzucht, worden de ogen van uw kind afgeschermd met een stoffen brilletje. Gebruik geen flits bij het maken van foto’s.
Aanraking uitklapper, klik om te openen
Aaien wordt door een pasgeborene nog niet als prettig ervaren. Een strijkende beweging met wat druk of de druk van de handen die rusten op het lichaam, vinden pasgeborenen prettiger. Dit geeft een gevoel van geborgenheid.
Leg uw warme handen rustig op uw kind, waarbij een hand op het hoofd en een hand op het lichaam/benen/armen ligt. Laat uw handen rustig op uw kind liggen. Maak alleen een strijkende beweging over rug/armen en/of benen als uw kind wakker is en dit prettig vindt. Bied uw kind een vinger aan als uw kind aan het grijpen is.

Geur en smaak uitklapper, klik om te openen
Vermijd sterke geuren van bijvoorbeeld handendesinfectans (handen goed laten drogen), adhesive remover doekjes (pleisterverwijderaar), parfum, deodorant of sigarettenrook. Geef uw kind een prettige en troostende ervaring met een geurdoekje (doekje die u bij u gedragen heeft, doekje met druppeltjes moedermelk en/of gebruik eigen doeken). Ook het zuigen op een fopspeen met of zonder wat melk en/of het aanbieden van een moedermelk lolly (wattenstaaf met moedermelk) biedt uw kind een fijne geur- en smaakervaring.
Temperatuur uitklapper, klik om te openen
Wrijf u handen warm voordat u uw kind aanraakt. Voorkom afkoelen op schoot door uw kind in een dikke doek (molton, deken) te wikkelen en geef uw kind een passende muts op.
Gebruik bij het buidelen met uw kind een hydrofiele doek van minimaal 100cm x 100cm (zie buidelen). Bij jonge premature pasgeboren kan er ook gebruik gemaakt worden van warme doeken en/of een thermodoek. De verpleegkundige kijkt samen met u wat uw kind nodig heeft om warm te blijven. Verwissel bij voorkeur aan het begin van het buidelmoment het beddengoed, zodat deze op kunnen warmen. Bij een wieg of ledikant kunt u voor het voorverwarmen gebruik maken van een kruik. Kleding kunt u voorverwarmen in de couveuse, op de kruik of onder de warmtelamp.
Gebruik de warmtelamp boven de commode bij het wisselen van kleding. Laat de zijwanden van de couveuse dicht tijdens de verzorging, en sluit de deurtjes als u bij uw kind wegloopt. Maak in de wieg/ledikant gebruik van kruiken of een extra doek als uw kind een temperatuur heeft beneden de 36,8 (voldragen pasgeborenen) of beneden de 37 graden (prematuren of bij matige groei).
Gebruik bij een premature pasgeborene warme vloeistof (NaCl=zout water of Water) uit de miniflesjes in de couveuse voor het reinigen van de huid. Leg een bakje met 1 tot 2 billendoekjes vast in de couveuse, zodat deze minder koud zijn bij gebruik.
Houding uitklapper, klik om te openen

Probeer bij het verplaatsen en het te slapen leggen van uw kind de houding die uw kind in de baarmoeder had (foetale houding) zoveel mogelijk te behouden. Wikkel uw kind voor het optillen, bij verschoning beddengoed of uit couveuse/wieg tillen, in een hydrofiele luier. Til uw kind, bij voorkeur zijwaarts op waarbij uw kind de 'foetale' gebogen houding blijft behouden, met de handen bij de mond en de voeten bij elkaar.
Er zijn verschillende houdingen waarin u uw kind te slapen kunt leggen. Wijzig, indien mogelijk, na een verzorgings- of buidelmoment de houding van uw kind. Op de afdeling zijn diverse materialen aanwezig om uw kind comfortabel en goed ondersteund te slapen te leggen.
Als uw kind aan de monitor ligt kunt u uw kind in zij, rug en buikligging te slapen leggen, zo nodig met behulp van ondersteuningsmaterialen. Met de ondersteuningsmaterialen zorgt u ervoor dat uw kind de gebogen houding kan bewaren, de handen bij de mond en de voeten bij elkaar kan brengen. Dek uw kind, indien mogelijk, toe met een dekje (hydrofiele doek of eigen doek). Als uw kind geen monitorbewaking meer heeft, legt u uw kind in rugligging te slapen met de handen bij de mond zonder ondersteuningsmaterialen. De verpleegkundige van uw kind zal u hierbij ondersteunen.
Voorbeeld rugligging:

Voorbeeld buikligging:

Voorbeeld zijligging:

Comfort en aandacht uitklapper, klik om te openen

Aandacht voor comfort is erg belangrijk. Richt u op uw kind als u er bent. Troost uw kind als het huilt of onrustig is. Praat, neurie of zing zachtjes tegen uw kind. Kijk wat uw kind nodig heeft om de gebogen houding te behouden. Uw kind is kortdurend in staat om contact te maken of om een actief bezig te zijn (drinken, iets vastpakken). Wanneer uw kind de ogen sluit, het hoofd wegdraait of slapper wordt, en/of gaapt dan is uw kind toe aan een pauze of om te gaan slapen.
Tekenen van comfort in slaap of bij wakker zijn, zijn onder andere een rustige ademhaling en hartslag, geen kleurwisselingen, handen en voeten bij elkaar, hand op het gezicht of bij de mond, iets vasthouden, fronsen, zoeken, zuigen, licht gebogen houding, gezicht ontspannen, levendige/alerte gezichtsuitdrukking.
Slaap uitklapper, klik om te openen
Zorg dat u uw kind comfortabel en geborgen te slapen legt. Pas de verzorging aan aan het ritme van uw kind. Neem de tijd om uw kind spontaan wakker te laten worden en stoor uw kind liever niet tijdens de slaap.
Slaap is essentieel voor de ontwikkeling van uw kind. De rustige slaap is belangrijk voor groei en herstel en het vastleggen van verbindingen in de hersenen. De actieve slaap is belangrijk voor het verwerken en opslaan van ervaringen in de hersenen, en is belangrijk voor de ontwikkeling (maken van verbindingen in de hersenen) van zintuigen (horen, zien, ruiken, proeven en voelen) met name het zicht (ogen).
In tegenstelling tot volwassenen hebben pasgeborenen meer periodes van actieve slaap. Bij de actieve slaap lijkt het alsof uw kind wakker wordt. Uw kind kan kortdurend bewegingen maken, ogenbewegingen maken of ogen openen, en/of zuigbewegingen maken. Het is best lastig om te beoordelen of uw kind in de actieve slaapfase is of wakker aan te worden is. De verpleegkundige kan samen met u beoordelen of uw kind wakker wordt/is.

Afbeelding: Rustige slaap - Actieve slaap -Tussen waken en slapen - Wakker - Actief wakker/protesteren - Overstuur/Huilen
Verzorging uitklapper, klik om te openen
Stem de verzorging zoveel mogelijk af op de wakkere momenten van uw kind. Benader uw kind rustig, praat eerst zachtjes tegen uw kind alvorens u uw kind aanraakt als het wakker is. Verwarm u handen door de handen tegen elkaar te wrijven, voordat u uw kind aanraakt. Zorg dat alle materialen voor de zorg klaar liggen. Verzorg uw kind, indien nodig, waar mogelijk samen met uw partner of een zorgverlener.

Verzorg uw kind, indien mogelijk, in zijligging met armen en benen gebogen, handen bij de mond en voeten bij elkaar. Draai uw kind bij het wisselen van ligging langzaam over de matras naar de andere zijde of buik. Het is mogelijk om de zorghandelingen eerst te oefenen op een pop.
Las een korte pauze, ongeveer 30 seconden, in als u ziet dat uw kind het even moeilijk heeft. Tekenen dat u het beste even een pauze in kunt lassen zijn: bleker of donkerder worden van kleur, sterke daling van hartslag of hoge hartslag, daling van de zuurstofwaarde, kronkelen van het lichaam en uitstrekken van armen en benen, trillingen van armen, benen, handen, voeten of het lichaam, grimassen, gapen, niezen, hikken, kokhalzen/spugen en/of onrust/huilen. Ondersteun uw kind tijdens een pauze in gebogen houding totdat uw kind is hersteld.
U kunt uw kind ook helpen door het aantal zorgtaken in een zorgmoment te beperken waardoor de verzorging minder lang duurt. Blijf tijdens de zorg contact houden met uw kind door zachtjes te blijven praten en met uw handen te ondersteunen of uw vinger aan te bieden om vast te houden.
Ondersteuning uitklapper, klik om te openen
Stem het moment van zorgverlening af met de verpleegkundige/uw partner en houdt rekening met de op de wakkere momenten van uw kind.

Voor de partner die ondersteunt zijn de aanbevelingen onder 'Verzorging' ook van toepassing. Leg uw ene hand boven het hoofd van uw kind en de andere hand onder de voeten, zodat uw kind de benen kan buigen. Of leg één van de handen zo dat uw kind de armen makkelijk kan buigen en de handen bij de mond kan brengen. Laat uw handen rustig liggen en verplaats ze alleen als uw kind een andere ondersteuning nodig heeft. Degene die ondersteunt neemt niet deel aan de zorgtaken. Is uw kind aan het grijpen dan kunt u ook uw vinger aanbieden om vast te pakken. Bied bij mondbewegingen en zuigbehoefte een fopspeen aan. Strijk hiermee eerst over de lippen en geef de fopspeen pas in de mond als uw kind de mond goed opent. Ga door met ondersteunen als de verzorging/handeling is afgesloten om uw kind tot rust te laten komen of om contact te maken.
Troost uw kind waar mogelijk bij vervelende/pijnlijke handelingen door zachtjes te praten, met uw kind te buidelen of door uw kind vast te houden (hands on), een fopspeen aan te bieden met sucrose (suikerwater) of wat melk, of door uw kind te voeden aan de borst.
Mocht er niemand kunnen ondersteunen dan kunt u het bovenlichaam van uw kind met de armen in een hydrofiele luier wikkelen en/of gebruik maken van een verzwaard kussentje (frog), waarbij uw kind de handen bij de mond heeft en de armen gebogen zijn.

Weeg uw kind ingebakerd op de weegschaal. De hydrofiele doek kunt u voor of na het wegen, wegen om het gewicht te bepalen. Weeg bij voorkeur voor het buidelen of bij het wisselen van kleding.

Baad uw kind ingewikkeld in een hydrofiele luier. Tijdens het baden wast u steeds een deel van het lichaam. Wanneer uw kind tekenen van ongemak (zie verzorging) laat zien, dan slaat u de doek weer terug. Bij geen tekenen van ongemak laat u de doek steeds verder open.

Buidelen/kangoeroeën uitklapper, klik om te openen
Als de conditie van uw kind het toelaat mag uw kind bloot met alleen een luier aan en/of muts op bij u op de blote borst liggen. We noemen dit buidelen of kangoeroeën. Huid op huidcontact is heel belangrijk voor u en uw kind, en niet alleen voor te vroeg geboren kinderen. Het verbetert de ontwikkeling van uw kind, verlaagt stress bij u als ouder en bij uw kind, draagt bij aan de borstvoeding, verbetert de slaap en het ondersteunt het hechtingsproces.
De buideltijd bedraagt minimaal een uur en kan zolang en vaak als voor u en uw kind mogelijk/haalbaar is. Indien u een tweeling/drieling heeft kan, in overleg met de verpleegkundige, het ook mogelijk zijn om met beide/drie kinderen tegelijk te buidelen. Voor het buidelen zijn speciale buidelstoelen en kussens aanwezig op de afdeling. Plan uw buidelmoment bij voorkeur rondom de verzorging en drinkmomenten van uw kind en tussen de eventuele kolfmomenten. Bereid u voor op het zo lang mogelijk kunnen buidelen met uw kind. Buidelen kent geen maximale tijd. Hoe vaker en langer u buidelt des de groter het effect van buidelen is voor u en uw kind.
Gebruik bij het buidelen met uw kind een hydrofiele doek van minimaal 100cm x 100cm van (Care4Neo) of een eigen hydrofiele doek). Als u de QR-code scant (Care4Neo doek) komt u bij het instructiefilmpje. U maakt u eigen bovenlichaam bloot, en doe eventueel een vest aan. Leg een schort of kledingstuk op de buidelstoel voor eigen comfort. U kunt uw vest dichtslaan over uw kind met of zonder doeken eronder, afhankelijk van de mogelijkheden van uw kind om warm te blijven.

Neem bij voorkeur, na instructie en indien mogelijk, zelf uw kind uit de couveuse/warmtebed/wieg of ledikant. Leg uw kind eerst tegen de borst, zoals u het kind oppakt. Als u in de stoel zit verschuift u langzaam uw kind naar de gewenste positie. Buidelen kan zowel recht, scheef als horizontaal over de borst. Het scheef of horizontaal buidelen maakt het meer mogelijk om oogcontact te maken met uw kind als uw kind wakker is. Geeft moeder borstvoeding dan kan uw kind ook kennismaken met de geur en tepel van de borst. Bij het recht buidelen kunt u via een spiegel het gezicht van uw kind zien.
Veilig voeden uitklapper, klik om te openen
Bepaal samen met de verpleegkundige wanneer uw kind in staat is om te oefenen en/of te drinken aan de borst en/of zelf te drinken uit de fles.
Kijk bij het aanbieden van de borst/fles of uw kind voedingsbereid is. Tekenen van voedingsbereid zijn dat uw kind goed wakker en alert is, zoekbewegingen maakt met de mond en actief is. De verpleegkundige zal u uitleg geven en ondersteunen bij het veilig voeden aan de borst en/of met de fles.
Geef uw kind de volledige aandacht tijdens de gehele voeding. Pas de omgeving aan aan de behoefte van uw kind en probeer onderbrekingen te voorkomen. Ondersteun tijdens het drinken de houding van uw kind, waarbij het hoofd en de nek in één lijn liggen, de armen en benen gebogen zijn en uw kind de mogelijkheid heeft om iets vast te pakken. Zorg dat uw houding en die van uw kind goed ondersteund wordt met behulp van een (voedings-)kussen, en een voetenbankje onder uw voeten. Houdt uw kind liever niet in de nek vast bij het voeden, maar ondersteun zo nodig het (achter)hoofd.
Maak tijdens het voeden contact met uw kind door zachtjes te praten, neuriën of zingen.

Vaste aanspreekpunten uitklapper, klik om te openen
Op de afdeling neonatologie heeft u als ouder vaste aanspreekpunten. Dit zijn de EVA (eerstverantwoordelijke arts) en de EVV (eerstverantwoordelijke verpleegkundige). Zij coördineren de zorg rond uw kind. Uiteraard kunt u iedere verpleegkundige die voor uw kind zorgt aanspreken.
Meer informatie uitklapper, klik om te openen
- Bekijk het filmpje: ‘Hoe kan ik er zijn voor mijn te vroeg geboren kind?’
- Bezoek de website van de neonatologie-patiëntenvereniging Care4Neo
Boeken
- Reisgids naar huis, handboek voor ouders van te vroeg geboren kinderen
Laura van Maurik et al
ISBN: 9789490608958 - Koester je kleintje, een werkboek voor ouders met een prematuur geboren baby
Jill Bergman
ISBN: 9789080682047 - Zorgen voor je baby op de couveuseafdeling, handboek voor ouders
Inga Warren en Cherry Bond
ISBN: 978-90-819955-2-8
Vragen
Als u vragen hebt, bespreek deze dan met de behandelend arts en de verpleegkundige of neem contact op via ogzneonatologie@umcutrecht.nl.
Contact uitklapper, klik om te openen
Verpleegafdeling Neonatologie
Bezoekadres
Wilhelmina Kinderziekenhuis
Geboortecentrum afdeling neonatologie
Lundlaan 6
3584 EA Utrecht
Mailadres
U kunt ons mailen via secrneon@umcutrecht.nl