Je komt in ons ziekenhuis voor een onderzoek: een sigmoïdoscopie. Dat is een kijkonderzoek van het laatste gedeelte van je dikke darm. De dokter gebruikt hiervoor een speciale slang met daaraan een lampje en een kleine camera.
Sigmoïdo-scopie bestaat uit twee woorden:
- sigmoïd = het latijnse woord voor het laatste, s-vormige deel van de dikke darm
- scopie = kijkonderzoek
Met een sigmoïdoscopie kan de dokter:
- afwijkingen aan je dikke darm opsporen, zoals een ontsteking
- een stukje weefsel afnemen voor onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer 25 minuten.
Een sigmoïdoscopie is geen prettig onderzoek. Om goed te kunnen kijken, schuiven we een soepele slang (een endoscoop) heel voorzichtig in je anus (dat is je poepgaatje). Dat is vervelend en soms doet het zelfs een beetje pijn.
Er mag iemand bij je blijven tijdens een sigmoïdoscopie. Bijvoorbeeld je vader, moeder of iemand anders die je graag bij je hebt.
Voor een sigmoïdoscopie kom je naar een verpleegafdeling.
Je spijsvertering en je darmen
Spijsvertering bestaat uit twee woorden:
- Spijs = eten
- Verteren = verbruiken, omzetten naar voedingsstoffen
Bij de spijsvertering zet je lichaam alles wat je eet en drinkt om in hele kleine deeltjes. Die deeltjes heten voedingstoffen. Je lichaam kan deze voedingstoffen opnemen en gebruiken. Je krijgt er energie van. Daardoor kun je actief zijn.
In je lichaam maken de organen van het spijsverteringskanaal het voedsel klein. Al deze organen werken samen. Zo maakt het eten een reis door je lichaam. Het begint als je eten in je mond stopt. Het eindigt als je gepoept hebt. Van boven naar beneden dus!
- Mond: Je tanden en kiezen in je mond maken het eten klein. Er komt speeksel bij het eten. In speeksel zitten bepaalde stoffen die inwerken op het eten. De spijsvertering begint dus meteen.
- Slokdarm: Als je je eten doorslikt, komt het in de slokdarm. De slokdarm drukt het eten naar je maag toe. Sommige stoffen uit je eten verteren hier al.
- Maag: Je maag maakt een soort knijpende beweging. Het eten wordt dan nog fijner gemalen. Er komt ook maagzuur bij het eten. Het maagzuur maakt een groot deel van bacteriën in je eten dood. Dat is goed, anders zou je snel ziek worden.
- Twaalfvingerige darm: Dit is het gedeelte tussen je maag en de dunne darm. Je alvleesklier, je lever en gal sluiten hier aan op het spijsverteringskanaal. Er komen vloeistoffen uit je alvleesklier en je gal bij je eten. Je eten is daarna helemaal omgezet in kleine voedingsstoffen.
- Dunne darm: Vanuit de dunne darm komen al veel voedingsstoffen in het bloed. Het bloed brengt het naar de rest van je lichaam.
- Dikke darm: Vanuit de dikke darm komen de laatste voedingsstoffen en water in het bloed.
- Endeldarm: Wat er nu nog overblijft, heb je niet nodig. Dat noemen we ontlasting (of poep). De endeldarm is een soort verzamelplaats voor de ontlasting.
- Anus (je poepgaatje): Via je anus verlaat de ontlasting je lichaam.

Hoe werkt een endoscoop?
Bij een sigmoïdoscopie gebruikt de dokter een endoscoop. Dat is een soepele slang. Aan het uiteinde zit een klein lampje en een minicamera. De camera zit vast aan een beeldscherm. De dokter kan dan de binnenkant van je darm op het beeldscherm zien. Hij kan ook foto’s maken van de beelden die hij ziet.
Vóór de sigmoïdoscopie
Voorbereiding thuis
Op de dag van het onderzoek mag je thuis een licht ontbijt hebben. Bijvoorbeeld een beschuit met een kopje thee.
Voor meisjes
Het kan natuurlijk gebeuren dat je toevallig op de dag van het onderzoek ongesteld bent. Als je dit vervelend vindt, meld dit dan even. We kunnen het onderzoek dan eventueel uitstellen.
Voorbereiding in het WKZ
Om weefsel uit je endeldarm af te nemen, moeten je darmen goed schoon zijn. Hiervoor krijg je een klysma. Dit krijg je dertig tot vijfenveertig minuten vóór het onderzoek. Een klysma zorgt ervoor dat je snel en veel moet poepen. Je darmen zijn daarna helemaal leeg. Het gaat zo:
We brengen voorzichtig een dun slangetje in je anus, tussen je billen. Dit voelt hetzelfde als een zetpil of een thermometer. Om het makkelijker te laten glijden, zit er een glijmiddel aan het slangetje. Daardoor is het glibberig.
Via het slangetje laten we een vloeistof in je darmen lopen. Alle resten die nog in je darmen zitten, lossen op in deze vloeistof.
- Als alle vloeistof in je darm zit, halen we het slangetje er weer uit.
- Vaak moet je daarna snel naar de WC. De vloeistof en de resten uit je darmen komen er dan uit. Het kan zijn dat je een beetje buikkramp krijgt van het klysma.
Als je gepoept hebt en er niet meer komt, beginnen we met het onderzoek. Als het onderzoek op de polikliniek gebeurt, krijgt je een klysma op de functiekamer (receptie 19). Als je in het ziekenhuis ligt, krijg je het klysma op de afdeling. Misschien krijg je thuis al vaker klysma’s en vind je het prettig dat één van je ouders het klysma geeft. Dat mag natuurlijk ook.
Hoe doen we de sigmoïdoscopie?
Voor het onderzoek moet je je onderkleding uit doen. Daarna ga je op je zij op de onderzoekstafel liggen. Je trekt dan je knieën goed naar je neus. Zo gaat het onderzoek makkelijker. Dit voelt misschien best vreemd en ongemakkelijk. Het is best wel lastig om zomaar in je blote billen te gaan liggen. Het helpt misschien als je je bedenkt dat de dokter dit onderzoek veel vaker doet. Hij vindt het helemaal niet gek, het is voor hem gewoon werk.
Voor ouders
Als uw kind nog een baby is, mag hij of zij gewoon op de rug blijven liggen.
Als je goed ligt, schuift de dokter voorzichtig de endoscoop in je poepgaatje. De slang is ingesmeerd met een speciaal glijmiddel. Daardoor gaat het gemakkelijker. Toch is het inbrengen van de slang meestal vervelend en soms doet het een beetje pijn. Door de endoscoop brengt de dokter ook lucht in je darm. De lucht zorgt ervoor dat de darm beter te zien is, maar het voelt vervelend. Het lijkt op buikkramp. Soms moet je er winden van laten. Dat is normaal.
Soms zuigt de dokter door dezelfde slang ook wat ontlasting weg. Je hoort dan een zuigend geluid.
De endoscoop gaat ongeveer 40 cm in je darm. De dokter trekt de endoscoop nu steeds een stukje terug. Terwijl hij dat doet, bekijkt hij de binnenkant van je darm heel goed. Je ziet de beelden op het beeldscherm.
Soms neemt de dokter een klein stukje weefsel van de darm weg. Dat noemen we een biopt. Je voelt hier niets van. Als de arts alles goed heeft gezien, haalt hij de slang er voorzichtig uit. Je mag je daarna weer aankleden.
Na een sigmoïdoscopie
Na het onderzoek ga je naar huis of terug naar de verpleegafdeling.
Samenvatting
- Bij een sigmoïdoscopie bekijkt de dokter het laatste stuk van je dikke darm.
- Je krijgt een klysma waar je van moet poepen.
- Het inbrengen van de slang is vervelend. Het gaat gemakkelijker als je jezelf ontspant. Kijk bij de tips wat jou kan helpen.
- Je hoort soms een zuigend geluid.
- Je mag tijdens het onderzoek gerust winden laten. Dat hoort erbij, het komt door de lucht in je darmen.
- Er zijn verschillende mensen in de onderzoeksruimte aanwezig.
De uitslag
Ongeveer twee weken na het onderzoek krijg je de uitslag van de dokter die het onderzoek heeft aangevraagd.
Bijwerkingen
Sommige kinderen hebben na het onderzoek nog wat kramp of buikpijn. Dat komt vooral door de lucht die we in je darm hebben gebracht. Misschien heb je het gevoel dat je nog een keer naar de WC moet. Dat mag natuurlijk. Het is dan wel prettig als één van je ouders in de buurt blijft.
Na het onderzoek kun je een beetje bloedverlies hebben. Dat kan wel een week duren. Je merkt het vooral tijdens het poepen of je ziet het in je onderbroek.
Complicaties
Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Een sigmoïdoscopie is een veilig onderzoek, maar er kunnen complicaties optreden. De dokter bespreekt dit van tevoren met jou en je ouders.
Een zeldzame, maar ernstige complicatie is een darmperforatie. Dat is een scheurtje of gaatje in de darmwand.
De kans op een darmperforatie is groter als:
- de darm ernstig ontstoken is
- er sprake is van een vernauwing
- er veel uitstulpingen in de darm zitten
Neem meteen contact met ons op als je last hebt van de volgende klachten:
- buikpijn die steeds erger wordt
- koorts
- veel bloedverlies
Heb je nog vragen?
Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.
Voor vragen over een sigmoïdescopie kun je bellen met de verpleegafdeling:
- het liefst tussen 14.45 en 16.30 uur
- telefoonnummer 088 75 544 40
Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg:
- Telefonisch: kantoordagen van 09.00 - 16.00 uur, 088 75 754 24
- Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl
- Persoonlijk: kantoordagen van 13.30 -14.30 uur, 4e verdieping, richting sportdakterras, eerste deur links na de klapdeur
Natuurlijk mogen je ouders deze nummers ook bellen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek maag-, darm en leverziekten hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Polikliniek Maag-, darm- en leverziekten
De afdeling is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.