Terug

Sigmoïdoscopie

Patiëntfolder

Informatie voor ouders

Uw kind komt voor een onderzoek, behandeling of ingreep naar het ziekenhuis. Ieder kind en iedere ouder beleeft dit op zijn eigen manier. Het kan zijn dat er sprake is van spanning of onzekerheid. U en uw kind krijgen te maken met een nieuwe wereld, nieuwe mensen en onbekende situaties. Wij vinden het belangrijk om u en uw kind hierbij goed te begeleiden.

Deze folder is bedoeld om uw kind voor te bereiden. Maar ook om u te informeren over wat er gaat gebeuren. Als jullie weten wat jullie te wachten staat, geeft dat een gevoel van zekerheid en vertrouwen.

Een deel van de voorlichting gebeurt in het ziekenhuis. De arts bespreekt met u, en als het mogelijk is ook met uw kind:

  • Waarom uw kind dit onderzoek, deze behandeling of ingreep krijgt
  • Hoe we dit onderzoek, deze behandeling of ingreep doen

Thuis stellen kinderen vaak meer vragen dan in het ziekenhuis. Uw kind vertrouwt u. Daarom kunt u het beste uitleggen wat er gaat gebeuren. U weet welke informatie uw kind begrijpt en kan verwerken. Deze folder helpt u bij de voorbereiding.

Lees de folder éérst zelf. Zodat u goed weet wat er gaat gebeuren. U kunt de tekst daarna voorlezen of in uw eigen woorden navertellen. Oudere kinderen kunnen natuurlijk zelf (mee)lezen. Bespreek achteraf samen of alles duidelijk is. Schrijf eventuele vragen op, zodat jullie die nog kunnen stellen in het ziekenhuis.

Verderop staan tips hoe u uw kind kunt voorbereiden en begeleiden bij het onderzoek, de behandeling of de ingreep.

Jongeren en WGBO: jouw rechten in de medische zorg

https://www.hetwkz.nl/nl/voorlichting/jongeren-en-wgbo/folder wgbo qr code

Je komt in ons ziekenhuis voor een sigmoïdoscopie. Dat is een kijkonderzoek van het laatste gedeelte van je dikke darm. De dokter gebruikt hiervoor een speciale slang met daaraan een lampje en een kleine camera. 

Sigmoïdo-scopie bestaat uit twee woorden: 

  • sigmoïd is het latijnse woord voor het laatste, s-vormige deel van de dikke darm
  • scopie betekent kijkonderzoek. 

Met een sigmoïdoscopie kan de dokter:

  • afwijkingen aan je dikke darm opsporen, zoals een ontsteking.
  • een stukje weefsel afnemen voor onderzoek

Het onderzoek duurt ongeveer 25 minuten.

Narcose

Een sigmoïdoscopie is geen prettig onderzoek. Om goed te kunnen kijken, schuift de dokter een soepele slang (een endoscoop) heel voorzichtig in je anus (dat is je poepgaatje). Dat is vervelend en soms doet het zelfs een beetje pijn. Daarom doen we een sigmoïdoscopie onder narcose. Narcose wil zeggen dat je gaat “slapen” met behulp van medicijnen. Je merkt dan niets van de sigmoïdoscopie.

Dagopname in het WKZ

Een sigmoïdoscopie gebeurt meestal tijdens een dagopname. Dat betekent dat je op de dag van het onderzoek naar het ziekenhuis komt, en dezelfde dag weer naar huis mag. Je hoeft dus ’s nachts niet te blijven slapen.  

Als je naar het ziekenhuis komt, ga je naar de dagbehandeling. Het onderzoek gebeurt op de operatieafdeling van het WKZ. Als je al in het ziekenhuis ligt, ga je vanuit je eigen afdeling naar de operatieafdeling.

Je vader of je moeder mogen de hele dag bij je blijven. Alleen niet als in de operatiekamer de sigmoïdoscopie gedaan wordt. Je ouder blijft op de operatiekamer bij je totdat je in slaap valt (onder narcose bent). Daarna gaan ze weg, Maar dat merk je niet, omdat je dan onder narcose bent. Als je weer wakker wordt, is je ouder weer bij je.

Je spijsvertering en je darmen 

Spijsvertering bestaat uit twee woorden: 

  • Spijs = eten
  • Verteren = verbruiken, omzetten naar voedingsstoffen

Bij de spijsvertering zet je lichaam alles wat je eet en drinkt om in hele kleine deeltjes. Die deeltjes heten voedingstoffen. Je lichaam kan deze voedingstoffen opnemen en gebruiken. Je krijgt er energie van. Daardoor kun je actief zijn. In je lichaam maken de organen van het spijsverteringskanaal het voedsel klein. Al deze organen werken samen. Zo maakt het eten een reis door je lichaam. Het begint als je eten in je mond stopt. Het eindigt als je gepoept hebt. Van boven naar beneden dus!

In je lichaam maken de organen van het spijsverteringskanaal het voedsel klein. Al deze organen werken samen. Zo maakt het eten een reis door je lichaam. Het begint als je eten in je mond stopt. Het eindigt als je gepoept hebt. Van boven naar beneden dus! 

  • Mond: Je tanden en kiezen in je mond maken het eten klein. Er komt speeksel bij het eten. In speeksel zitten bepaalde stoffen die inwerken op het eten. De spijsvertering begint dus meteen.
  • Slokdarm: Als je je eten doorslikt, komt het in de slokdarm. De slokdarm drukt het eten naar je maag toe. Sommige stoffen uit je eten verteren hier al.
  •  Maag: Je maag maakt een soort knijpende beweging. Het eten wordt dan nog fijner gemalen. Er komt ook maagzuur bij het eten. Het maagzuur maakt een groot deel van bacteriën in je eten dood. Dat is goed, anders zou je snel ziek worden.
  • Twaalfvingerige darm: Dit is het gedeelte tussen je maag en de dunne darm. Je alvleesklier, je lever en galblaas sluiten hier aan op het spijsverteringskanaal. Er komen vloeistoffen uit je alvleesklier en je galblaas bij je eten. Je eten is daarna helemaal omgezet in kleine voedingsstoffen.
  • Dunne darm: Vanuit de dunne darm komen al veel voedingsstoffen in het bloed. Het bloed brengt het naar de rest van je lichaam.
  • Dikke darm: Vanuit de dikke darm komen de laatste voedingsstoffen en water in het bloed.
  • Endeldarm: Wat er nu nog overblijft, heb je niet nodig. Dat noemen we ontlasting (of poep). De endeldarm is een soort verzamelplaats voor de ontlasting.
  • Anus (je poepgaatje): Via je anus verlaat de ontlasting je lichaam. 

Hoe werkt een endoscoop?

Bij een sigmoïdoscopie gebruikt de dokter een endoscoop. Dat is een soepele slang. Aan het uiteinde zit een klein lampje en een minicamera. De camera zit vast aan een beeldscherm. De dokter kan dan de binnenkant van je darm op het beeldscherm zien. Hij kan ook foto’s maken van de beelden die hij ziet.

Voorbereiding uitklapper, klik om te openen

Een tijdje vóór de sigmoïdoscopie heb je een afspraak op de POS-poli. POS is de afkorting van: Pre Operatief Spreekuur. Dat betekent: het spreekuur vóór een onderzoek, behandeling of operatie onder narcose. 

Narcose wil zeggen dat je gaat “slapen” met behulp van medicijnen. Je voelt dan niks van de sigmoïdoscopie. We noemen dit wel slapen, maar het is geen gewone slaap. Als je onder narcose bent, kun je niet uit jezelf wakker worden. De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen geeft. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt ervoor dat je weer wakker wordt als de sigmoïdoscopie klaar is. We noemen hem ook wel de slaapdokter.

De POS-poli is in het WKZ op de 1e verdieping bij receptie 8.

Op de POS-poli heb je, samen met je ouders een gesprek met de POS-verpleegkundige of met de slaapdokter.  

Wat gebeurt er op de POS-poli?

  • Ze willen van alles weten over je gezondheid. Bijvoorbeeld: 
  1. welke ziektes je hebt gehad
  2. of je koorts hebt
  3. of je verkouden bent 
  • Soms meten ze je gewicht, je lengte, je bloeddruk of je hartslag. Dit doet geen pijn.
  • Ze bespreken met jou en je ouders:
  1. hoe het gaat als je onder narcose gaat
  2. hoe jij het beste de narcose kunt krijgen: met een prik of met een kapje wat jou kan helpen als je pijn hebt op bang bent.

Als je tegen de narcose op ziet, zeg het dan tegen de POSverpleegkundige of de slaapdokter!

Op de POS-poli krijg je een folder over de narcose. Dan kun je nog eens nalezen wat er is verteld.

Voor ouders 

  • Gebruikt uw kind bloedverdunningsmiddelen? Dan kan het zijn dat uw kind deze al vóór de sigmoïdoscopie niet meer mag nemen. Overleg dit vóór de opnamedag al met de arts
  • Gebruikt uw kind insuline? Dan raden we u aan om met de arts te overleggen. Misschien is het beter de dosis aan te passen.
  • Is uw kind allergisch, bijvoorbeeld voor contrastvloeistof? Meld dit dan altijd.
  • (Kinder)aspirine® is een pijnstiller die het bloed verdunt. Daardoor is er meer kans op nabloedingen. Geef uw kind daarom minstens twee weken voor de operatie geen (kinder) aspirine®. Als uw kind een pijnstiller nodig heeft, kunt u wel (kinder)paracetamol geven.
  • Kort voor de narcose mag uw kind geen vaccinatie krijgen. We houden de volgende periode aan:
  1. twee dagen voor de narcose geen DKTP- en meningokokken-vaccinatie
  2. twee weken voor de narcose geen BMR-vaccinatie

Vóór de sigmoïdoscopie

Wat moet je van tevoren weten? 

Voorbereiding thuis

Voor de narcose moet je een tijdje nuchter zijn. Je hoort op de POS-poli hoe lang van tevoren dit is.

Voorbereiding in het WKZ

De dokter wil goed kijken in je darmen. Daarom moeten ze goed schoon zijn. Hiervoor krijg je een klysma. Dit krijg je dertig tot vijfenveertig minuten vóór het onderzoek. Een klysma zorgt ervoor dat je snel en veel moet poepen. Je darmen zijn daarna helemaal leeg. Het gaat zo:

  • We brengen voorzichtig een dun slangetje in je anus, tussen je billen. Dit voelt hetzelfde als een zetpil of een thermometer. Om het makkelijker te laten glijden, zit er een glijmiddel aan het slangetje. Daardoor is het glibberig.
  • Via het slangetje laten we een vloeistof in je darmen lopen. Alle resten die nog in je darmen zitten, lossen op in deze vloeistof.
  • Als alle vloeistof in je darm zit, halen we het slangetje er weer uit.
  • Vaak moet je daarna snel naar de WC. De vloeistof en de resten uit je darmen komen er dan uit. Het kan zijn dat je een beetje buikkramp krijgt van het klysma.

Voor meisjes

Het kan natuurlijk gebeuren dat je toevallig op de dag van het onderzoek ongesteld bent. Als je dit vervelend vindt, meld dit dan even. We kunnen het onderzoek dan eventueel uitstellen. 

Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen

Naar de operatiekamer

In de folder “Narcose” lees je hoe het gaat als je onder narcose gaat. Voor alle duidelijkheid vertellen we het hier nog een keer in het kort:

Op de dagbehandeling

  • Als je wilt kun je de voorbereidingsspullen nog een keer bekijken.
  • Je krijgt een operatiejasje aan en een naambandje om.
  • Als je aan de beurt bent, ga je in bed of bij je ouder op de arm.
  • Jullie gaan samen naar de wachtruimte (holding) bij de operatiekamer.

In de holding

  • Eén van je ouders en de pedagogisch medewerker of verpleegkundige doen operatie-kleding over hun eigen kleding. Zo blijft alles schoon in de OK.
  • De medewerkers van de operatiekamer (met een groen pak en een muts) komen jullie ophalen. Meestal stellen ze nog wat vragen aan jou en je ouders.
  • Ze nemen jou, één van je ouders en de pedagogisch medewerker of verpleegkundige mee naar de operatiekamer.

In de operatiekamer

  • Je gaat op de operatietafel liggen.
  • Je krijgt een plakker met daarin een klein lampje op je vinger of teen geplakt.
  • Je krijgt drie monitor-stickers op je borst geplakt.
  • Je krijgt de narcose met een kapje of een prik.
  • Als je slaapt gaat je vader of moeder terug naar de afdeling.
  • De dokter doet de sigmoïdoscopie.

In de uitslaapkamer

  • Je ligt weer in je eigen bed als je wakker wordt.
  • Eén van je ouders mag bij je komen zitten.
  • Je hebt nog steeds de monitor-stickers, het lampje op je vinger.
  • Je hebt een infuus in je hand.
  • Als je goed wakker bent, rijden ze je met bed en al weer naar de afdeling. 

Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen

Terug op de afdeling 

  • Als je weer op de afdeling bent, mag je rustig in je bed blijven liggen. De verpleegkundige komt regelmatig bij je kijken.
  • Misschien voel je je niet zo lekker, ben je misselijk of heb je ergens pijn. Zeg het tegen je vader of moeder of tegen de verpleegkundige als er iets is. Ze kunnen er dan rekening mee houden of je extra medicijnen geven. Hoe het bij jou zal gaan? Dat is moeilijk van tevoren te zeggen.
  • Als je goed wakker bent, mag je weer wat drinken en eten.
  • De dokter komt vertellen hoe het gegaan is. 

Voor ouders

Naar huis

  • Ga niet met uw kind op de fiets.
  • Bent u met de auto? Zorg dan dat u met z’n tweeën bent. Uw kind kan misselijk worden en overgeven. Dan is het lastig om zowel op uw kind als op het verkeer te letten.
  • U kunt ook een taxi bespreken.

Bijwerkingen  

Mogelijke bijwerkingen van de narcose

Tijdens een narcose krijg je een buisje in je keel, dat helpt om te ademen. Soms heb je daardoor wat keelpijn of klinkt je stem wat anders als je wakker wordt. Dat gaat na een poosje weer over. Door de slaapmedicijnen kun je misselijk zijn of moet je overgeven. Je kunt hiervoor medicijnen krijgen van de verpleegkundige in de uitslaapkamer of op de afdeling. 

Soms kan het soms even duren voordat je je weer helemaal de oude voelt. Dat is normaal.

Mogelijke bijwerkingen van de sigmoïdoscopie

Sommige kinderen hebben na het onderzoek nog wat kramp of buikpijn. Dat komt vooral door de lucht die we in je darm hebben gebracht.

Misschien heb je het gevoel dat je nog een keer naar de WC moet. Dat mag natuurlijk. Het is dan wel prettig als één van je ouders in de buurt blijft.

Na het onderzoek kun je een beetje bloedverlies hebben. Dat kan wel een week duren. Je merkt het vooral tijdens het poepen of je ziet het in je onderbroek.

Complicaties

Mogelijke complicaties van de sigmoïdoscopie

Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan ("volgens het boekje"), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties. 

Een sigmoïdoscopie is een veilig onderzoek, maar er kunnen complicaties optreden. De dokter bespreekt dit van tevoren met jou en je ouders. 

Een zeldzame, maar ernstige complicatie is een darmperforatie. Dat is een scheurtje of gaatje in de darmwand. De kans op een darmperforatie is groter als:

  • de darm ernstig ontstoken is
  • er sprake is van een vernauwing
  • er veel uitstulpingen in de darm zitten

Neem meteen contact met ons op als je last hebt van de volgende klachten:

  • buikpijn die steeds erger wordt
  • koorts
  • veel bloedverlies

Mogelijke complicaties van de narcose

Ernstige complicaties door de narcose komen tegenwoordig nog maar heel weinig voor. 

De uitslag 

Vaak komt de arts na de sigmoïdoscopie even bij je op de afdeling. Dan vertelt hij hoe het gegaan is en wat hij gezien heeft tijdens het onderzoek (voorlopige uitslag). 

De definitieve uitslag krijg je van de dokter die de sigmoïdoscopie aanvraagt. Dat gebeurt tijdens een telefoongesprek of tijdens de eerstvolgende afspraak op de polikliniek. Ongeveer twee weken na het onderzoek is de uitslag bekend. De dokter bespreekt dit dan met jou en je ouders. 

Heb je nog vragen? 

  • Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent. Voor vragen over een Sigmoïdo-scopie kun je bellen met de dagbehandeling:
  1. het liefst tussen 14.45 en 16.30 uur
  2. telefoonnummer 088 75 544 40.
  • Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg:
  1. Telefonisch: kantoordagen van 09.00 - 16.00 uur, 088 75 754 24
  2. Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl
  3. Persoonlijk: kantoordagen van 13.30 -14.30 uur, 4e verdieping, richting sportdakterras, eerste deur links na de klapdeur
  • Natuurlijk mogen je ouders deze nummers ook bellen. 

Contact uitklapper, klik om te openen

Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek maag-, darm en leverziekten hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.

Polikliniek Maag-, darm- en leverziekten

088 75 540 75

De afdeling is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur. 

Voor ouders: voorbereiding en begeleiding

https://www.hetwkz.nl/nl/uw-kind-voorbereiden tips qr code

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

Contact

Afspraken

Praktisch

hetwkz.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet