Je komt naar ons ziekenhuis voor een renogram. Een ander woord voor renogram is MAG3-renogram of dynamische (= bewegend) nierscintigrafie.
Met een renogram kunnen we zien:
- hoe je nieren werken
- hoe de doorbloeding van je nieren is
- hoe de urine van je nieren naar je blaas stroomt
Vaak is het nodig dat je tijdens het maken van het renogram een medicijn (lasix) krijgt waardoor je sneller gaat plassen. Soms wil de dokter ook weten hoe het komt dat jij een hoge bloeddruk hebt. Dan maakt hij eerst een gewoon renogram en later een captopril renogram. Deze twee kan hij dan vergelijken.
In deze folder staan allebei de onderzoeken beschreven.
Renogram bestaat uit twee woorden:
- Reno = wat met de nieren te maken heeft
- Gram = de manier van vastleggen van gegevens door middel van foto’s en beelden.
- Captopril = een medicijn om je bloeddruk te verlagen
- Lasix = medicijn om sneller of meer te gaan plassen
Om een renogram te maken, is het nodig om een beetje radioactieve stof in je lichaam te brengen. Dat gebeurt via een infuus.
Het onderzoek bestaat uit 2 onderdelen:
- Je krijgt het infuus en via dit infuus geven we je de radio-actieve stof.
- We maken het renogram. Dit duurt maximaal een uur. Het hangt ervan af wat de dokter precies wil zien.
Een renogram maken doet geen pijn. De prik die we moeten geven voor het infuus kan wel pijn doen. We doen ons best om ervoor te zorgen dat je hier zo min mogelijk last van hebt.Er mag iemand bij je blijven tijdens het renogram. Je vader, moeder, of iemand anders die je graag bij je hebt.
Voor het renogram kom je naar de afdeling Nucleaire geneeskunde in het UMC gebouw. Na binnenkomst via de hoofdingang van het UMC gebouw sla je rechtsaf richting de poliklinieken. Aan het eind van de gang links zie je Radiologie.
- Ben je jonger dan 6 jaar? Dan krijg je het infuus in het WKZ.
- Ben je ouder dan 6 jaar? Dan krijg je het infuus op de afdeling Nucleaire geneeskunde in het UMC gebouw.
Het WKZ ligt naast het UMC gebouw. Het UMC gebouw is het ziekenhuis voor volwassenen. Als je uit het WKZ komt, ga je van het ene naar het andere ziekenhuis door een tunnel. Dat kan lopend, rijdend in een bed of in een rolstoel.
Je nieren
Een nier is ongeveer zo groot als je eigen vuist. Je hebt er twee. Ze zitten aan de achterkant in je buik. Eén links en één rechts van je wervelkolom. Zet je handen maar eens in je zij. Onder die plek bij je duimen zitten je nieren.
Heb je een nieuwe nier, een transplantatienier? Dan zit die nier niet in je zij, maar onder het litteken in je buik.
Wat doen je nieren?
Nieren hebben verschillende taken:
- De belangrijkste taak is filteren (zeven) van je bloed. Nieren werken als een soort zeef. Al je bloed stroomt er doorheen. Door te filteren, maken nieren je bloed schoon. In je bloed zitten voedingsstoffen, maar ook afvalstoffen. Afvalstoffen heb je niet nodig. Je nieren halen die afvalstoffen eruit.
- Je nieren zorgen er ook voor dat je lichaam precies genoeg vocht heeft. Nieren halen vocht dat je niet nodig hebt uit je lichaam. Dit vocht en de afvalstoffen bij elkaar is urine.
- Nieren maken ook hormonen. Hormonen zijn stoffen die andere organen vertellen wat ze moeten doen. Daardoor regelen ze heel veel in ons lichaam. Nieren maken bijvoorbeeld hormonen die ervoor zorgen dat onze bloeddruk goed blijft.
Wat is radio-actieve stof?
- Radio: komt van radius en betekent straal.
- Actief: betekent werkzaam, het dóet iets.
Radio-actieve stoffen zenden dus ‘werkzame stralen’ uit. Dat klinkt geheimzinnig, maar is eigenlijk heel gewoon. Heel veel stoffen op aarde zenden namelijk werkzame stralen uit. Je wordt er de hele dag mee omringd. Alleen merk je dat niet.
Je kunt straling niet voelen, horen, ruiken, proeven of zien. Daar hebben mensen geen zintuig voor. Vergelijk het met radiogolven, die kun je ook niet horen. Alleen als je er een apparaat voor hebt, kun je naar radiomuziek luisteren! Ook straling kun je alleen met instrumenten meten. Een ander woord voor ‘radio-actief’ is ‘nucleair’. Je mag de twee woorden door elkaar gebruiken, ze betekenen hetzelfde.
Een eigenschap van radio-activiteit is dat de straling steeds minder wordt. Dat regelt de natuur zelf.
Hoe ontstaat radio-activiteit?
De aarde bestaat uit heel veel verschillende stoffen. Die stoffen zijn samengesteld uit bouwstenen. Vergelijk het met LEGO: de verschil-lende blokjes zijn de atomen. Die kun je combineren tot bouwsels (moleculen). Samen vormen ze een groter geheel, zoals een stad (de stof).
De atomen veroorzaken straling. Sommige atomen zijn namelijk niet zo stevig, ze willen uit elkaar vallen. Als atomen uit elkaar vallen, schieten de stukjes alle kanten op. Hierbij komt energie vrij in de vorm van radio-actieve straling.
De mens heeft de energie van de straling leren gebruiken voor talloze slimme toepassingen. Zoals bijvoorbeeld stroom maken, ziektes bestrijden en onderzoeken hoe oud iets is.
Is straling gevaarlijk?
Straling die in de natuur voorkomt, is niet gevaarlijk. Het is de hele dag om ons heen.
Mensen komen ook in contact met kunstmatige straling, bijvoorbeeld bij het maken van een röntgenfoto. Je lichaam weet hoe het daar mee om moet gaan.
Toch moet je oppassen dat je niet te lang in de buurt van veel straling bent. We weten dat héél veel straling wel gevaarlijk is. Een grote hoeveelheid straling kan lichaamscellen beschadigen. Daar kun je ziek van worden. Net als zonnen. Een beetje zonlicht is goed voor je lichaam, maar van veel zon verbrandt je huid. Uit voorzorg gaan we daarom wel heel voorzichtig met straling om.
Omdat baby’s en kinderen gevoeliger zijn voor radio-actieve straling, krijgen zij een kleinere hoeveelheid radioactief materiaal dan volwassenen. De hoeveelheid die jij krijgt is afhankelijk van je gewicht. Hoe zwaarder je bent, hoe meer straling je lichaam aan kan.
De hoeveelheid straling die bij dit onderzoek vrijkomt, is ongeveer even groot als bij een röntgenonderzoek. Deze hoeveelheid is veilig.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Wat moet je van tevoren weten?
- Gebruik je medicijnen? Bijvoorbeeld plastabletten. Dan spreekt de dokter soms met je af dat je die een paar dagen voor het onderzoek niet mag innemen. Als je ze wel zou nemen, krijgen we een verkeerde uitslag van het onderzoek. We kunnen dan ook niet goed zien hoe je nieren werken.
- We willen dat je nieren tijdens het onderzoek hard aan het werk zijn om urine te maken. Daarom is het belangrijk dat je van tevoren veel drinkt. Een half uur voor het maken van de foto’s moet je een halve liter vocht (frisdrank, water, thee) drinken. Ook baby’s krijgen een half uur voor het maken van de foto’s een voeding.
- Als je blaas leeg is, kunnen we betere foto’s maken. Daarom vragen we vlak voor het maken van de foto’s of je even gaat plassen of gaat katheteriseren.
Wat moet je van tevoren weten?
- Je krijgt eerst een infuus. Ben je jonger dan 6 jaar dan krijg je het infuus in het WKZ. Ben je ouder dan 6 jaar? Dan krijg je het infuus in het UMC gebouw.
- De radio-actieve stof komt in je lichaam via het infuus. Dit kan wat koud aanvoelen. De radio-actieve stof krijg je altijd in het UMC gebouw. Dat gebeurt met een spuitje en het is zo klaar.
Wat is een infuus?
- Je krijgt een infuus. Dit is om de (slaap) medicijnen te kunnen geven en soms ook om bloed af te nemen. Je krijgt een prik in je hand of je arm. Na die prik blijft er een dun, plastic buisje in je bloedvat zitten. Dit noemen we een infuus. Via dat buisje komen de medicijnen in je lichaam. Ook kunnen we via het infuus bloed afnemen. Een prik kan pijn doen. We kunnen een spray op je huid spuiten waardoor je op die plaats minder voelt; de huid wordt verdoofd. De spray ruikt naar banaan en noemen we dan ook vaak bananenspray. Hij voelt alleen een beetje koud aan. Als de bananenspray is ingewerkt, voel je minder van de prik. Als het infuus goed zit krijg je een spalk. Dit is een soort plankje dat we met pleisters en verband vastmaken onder je arm. Dit helpt om je arm recht te houden.
Wil je meer weten over een infuus? Kijk dan op www.hetwkz-kind.nl of vraag de folder over het infuus.
Kom je van thuis, neem dan mee ...
- Je moet goed stilliggen of zitten tijdens het renogram. Dan pas kunnen we goede foto’s maken. Vind je het moeilijk om stil te liggen? Dan hebben we een speciaal kussen waardoor je makkelijker stil kan liggen.
- Als je wat ouder bent is het ook handig om zelf iets mee te nemen, bijvoorbeeld een een luister CD, je knuffel of MP3 speler. Er is ook muziek in de onderzoeksruimte. Dus als je een favoriete zender hebt, kun je vragen of ze die aan zetten.
Voor ouders
Heeft uw kind een luier om, neem dan van thuis een paar extra schone luiers mee. U verschoont uw kind op de afdeling. Er zal ook wat radio-activiteit in de urine en dus ook in de natte luier zitten. Wij hebben speciale containers om deze luiers in weg te gooien. We raden u aan om de eerste 24 uur na het onderzoek goed uw handen te wassen als u in aanraking bent geweest met de urine van uw kind. Denk bijvoorbeeld aan verschonen of katheteriseren. De radio-actieve stof zit alleen in de urine, dus niet in andere lichaamsstoffen zoals zweet.
Soms denkt de dokter dat er in de bloedvaten die bloed naar jouw nier(en) brengen een vernauwing zit. Dit heet een nierarteriestenose. Arterie is een ander woord voor ader. Stenose is een moeilijk woord voor vernauwing. Als er een vernauwing is, krijgt de nier niet genoeg bloed binnen.
Hij kan dan zijn werk niet goed doen. Daardoor gaat de nier een stof produceren die de bloeddruk in je hele lichaam omhoog brengt. Om dat te onderzoeken krijg je een ‘captopril renogram’. Je moet dan ook nog het volgende weten:
- Neem iets mee om te doen in de tijd dat je moet wachten.
- 4 uur vóór het captopril renogram mag je niet meer eten.
- 1 uur vóór het captopril renogram krijg je het medicijn captopril van ons. Dit stopt tijdelijk de werking van het stofje dat de nieren produceren om de bloeddruk omhoog te brengen. Als het goed is, daalt nu je bloeddruk.
- Je blijft daarna op de afdeling Nucleaire Geneeskunde.
- Na het innemen van de captopril moet je een halve liter water drinken.
- Als je het tabletje captopril hebt ingenomen, meten we tijdens het daaropvolgende uur regelmatig je bloeddruk.
- Doordat je bloeddruk daalt, kun je een beetje duizelig zijn of voel je je niet zo lekker. Dit kan een paar uur duren. We vertellen je dan wat je het beste kunt doen.
- We maken de foto’s in een onderzoekskamer in het UMC-gebouw.
- Je hoeft je niet uit te kleden. Let er op dat je geen metalen voorwerpen aan of op je kleding hebt. Metaal verstoort het onderzoek. Het kan dus zijn dat een riem af moet of je broek wat naar beneden moet als de rits en knoop van metaal zijn.
- Je ligt op een smalle onderzoekstafel. Met je armen omhoog.
- Je vader en/of je moeder mogen bij je blijven. Een laborant maakt de foto’s. Hij blijft in de behandelkamer en je kan gewoon met elkaar praten. Achter een glazen wand zit de medisch nucleair werk(st)er.
- Tijdens het onderzoek is het halfdonker in de behandelkamer. De camera plaatsen we onder de onderzoekstafel. Je hoort een zacht gezoem van de camera, verder niets.
- Je kunt op een beeldscherm meekijken. Je ziet dan ook hoe ver het onderzoek is. Als het balkje op het scherm helemaal vol is, is het onderzoek klaar.
- Als het nodig is geven we je Lasix® via het infuus. Je nieren gaan dan harder werken om urine te maken. Zo kunnen we goed fotograferen hoe de urine van je nieren naar je blaas stroomt.
- Het maken van de foto’s kan best lang duren. Soms wel 20-40 minuten.
- Het is belangrijk dat je echt goed stilligt of zit. Je kunt ondertussen wel zachtjes praten.
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Hoe werkt het renogram-apparaat?
- De radio-actieve stof verspreidt zich, via je bloed, langzaam in je lichaam. Het zit dan ook in de cellen van je nieren. Die cellen zenden tijdelijk radio-actieve deeltjes uit. Die fotograferen we met een speciale camera: een gamma camera. Een gamma camera kan de radio-actieve deeltjes om zetten in licht.Zo worden de foto’s gemaakt.
- De camera kan alle kanten op bewegen. Hij kan ook rond je buik draaien. Als je op de onderzoekstafel ligt, voel je je misschien een beetje als een tosti. Er hangt een groot foto-apparaat boven je en één onder je. De apparaten komen héél dicht bij je. Maar je hoeft niet bang te zijn dat ze je aanraken. Dat kan echt niet!
- De laborant let goed op. En het apparaat stopt vanzelf als het te dicht bij je komt.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
We halen het infuus weer uit je hand of arm. De dokter van de afdeling Nucleaire Geneeskunde kijkt of de foto’s gelukt zijn. Als dat zo is mogen jullie naar huis of terug naar de afdeling.
De uitslag
De dokter bekijkt de foto’s heel goed. Als er al eerder een renogram is gemaakt, dan vergelijkt de dokter de oude en de nieuwe foto’s.
De uitslag krijg je van de dokter die de renogram aanvraagt. Dat gebeurt tijdens de eerstvolgende afspraak. De dokter bespreekt dan met jou en je ouders wat er op de foto’s te zien is.
Bijwerkingen
Bij een renogram heb je geen last van bijwerkingen. Door een renogram krijg je er dus geen nieuwe klachten bij.
Complicaties
Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Bij een (captopril) renogram is er geen kans op complicaties. Een renogram is veilig. Je wordt er niet ziek van. Je klachten worden er ook niet erger door.
Heb je nog vragen?
- Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.
- Voor vragen over een renogram kun je bellen met de afdeling Nucleaire geneeskunde:
• op werkdagen van 9.00 tot 10.00 uur is er een spoedspreekuur. U kunt het algemene nummer van het UMC Utrecht bellen en vragen naar zoemer 1880.
- Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg:
• Telefonisch: kantoordagen van 09.00 - 16.00 uur, 088 75 754 24
• Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl
• Persoonlijk: kantoordagen van 13.30 -14.30 uur, 4e verdieping, richting sportdakterras, eerste deur links na de klapdeur
Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Bij de eerste afspraak op de polikliniek nefrologie hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Polikliniek Nefrologie
De afdeling is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.