Het doel van deze opname is om uw kind een nacht en een ochtend te observeren en enkele metingen te doen. Dit betekent dat uw kind tijdens de slaap aan een zuurstofmeter ligt en dat we in de ochtend een uitdraai maken van het zuurstofgehalte tijdens de slaap. Zo kunnen we zien of er noemenswaardige dalingen in het zuurstofgehalte zijn geweest. Ook loopt de verpleegkundige regelmatig binnen en observeert of uw kind hoorbaar ademhaalt, snurkt en of het rustig slaapt. Als uw kind wakker wordt, nemen we bloed af om te kijken wat het koolzuurgehalte in het bloed is. Met deze metingen kunnen we bepalen of uw kind tijdens de nacht te weinig zuurstof binnenkrijgt. Als dit het geval is kan de arts besluiten om eventueel verder onderzoek te doen.
Mogelijke complicaties
Tijdens de opname kunnen zich eigenlijk geen problemen (complicaties) voordoen, omdat uw kind alleen een nachtje komt slapen en wordt geobserveerd. Het enige ‘ingrijpende’ onderzoek dat plaatsvindt, is een bloedprik in de ochtend. Soms lukt deze prik niet in een keer en moeten we meerdere keren prikken. Na de prik kan een bloeduitstorting ontstaan, wat later een blauwe plek kan worden.