Binnenkort kom je naar ons ziekenhuis voor een longfunctieonderzoek.
Met dit onderzoek onderzoeken we bijvoorbeeld:
- Hoe jouw longen werken.
- Hoe groot je longen zijn.
- Wat de inhoud van je longen is. Dus hoeveel lucht er in kan.
- Wat de kracht van je longen is. Dus hoe hard je lucht kunt uitblazen.
Als de dokter dat weet, kan hij jouw klachten beter behandelen.
Er zijn verschillende soorten longfunctieonderzoeken:
- Flow volumemeting
- Bodybox
- Bronchiaal NO-meting
- Diffusiemeting
- FOT
Je hoeft meestal niet alle onderzoeken te doen. De dokter bepaalt welke onderzoeken je nodig hebt.
Er mag iemand bij je blijven tijdens het onderzoek. Je vader, moeder, of iemand anders die je graag bij je hebt.
Het longfunctieonderzoek wordt gedaan op de functieafdeling.
Longziekten: Locatie WKZ – 1e verdieping – receptie 6
Je longen
Ademen met je longen
Iedereen heeft twee longen: ze zitten in je borst naast je hart.
Daarmee haal je adem. Je krijgt lucht binnen. In lucht zit zuurstof. Zuurstof heb je nodig om te kunnen leven. Je lichaam verbruikt de zuurstof en maakt er dan koolzuurgas van. De lucht komt binnen door je neus en mond en gaat door een grote buis en kleinere takjes naar je longen. Die grote buis noemen we de luchtpijp. De kleine takjes noemen we luchtwegen (bronchiën).
Je longen lijken wel een omgekeerde boom, de luchtpijp is de stam. Op de tekening kun je dat goed zien. Onder aan de luchtpijp zie je twee takken. Aan elke tak zit een long met verdere vertakkingen van de luchtwegen. Een long heeft aan het uiteinde van de takjes longblaasjes. Rondom elk longblaasje zit een héél dun vliesje met bloedvaatjes.
Hier stroomt je bloed doorheen. In je bloed zitten verschillende bloedcellen. De rode bloedcellen in je bloed nemen zuurstof uit je longen op. Ze brengen de zuurstof dan verder naar de rest van je lichaam. Rode bloedcellen halen ook koolzuurgas op in je lichaam. Ze geven het koolzuurgas weer terug aan je longen. Dit koolzuurgas blaas je uit als je uitademt. Je neus, mond, luchtpijp en longen samen noemen we je luchtwegen.
Wat gebeurt er bij een longfunctieonderzoek?
Bij alle longfunctieonderzoeken blaas je in een mondstuk. Dat lijkt op een mondstuk van een snorkel bij het duiken.
Je krijgt eerst een neusklem op je neus om er voor te zorgen dat je door je mond ademt. Je kunt nu niet door je neus ademen. Tussen de onderzoeken mag de neusklem weer van je neus af.
Bij elk van de longfunctieonderzoeken willen we nét iets anders meten. Dat betekent dat jij ook steeds iets anders moet doen. De ene keer moet je rustig ademen, de andere keer heel hard uitblazen of even je adem inhouden.
Gelukkig hoef je niet zelf te onthouden wat je allemaal moet doen. Een longfunctieanalist doet het onderzoek en vertelt je steeds wat je precies moet doen.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Wat moet je van tevoren weten?
Sommige medicijnen voor je longen mag je vóór een longfunctieonderzoek niet gebruiken:
- 8 uur van tevoren: geen kortwerkende luchtwegverwijders
- 36 uur van tevoren: geen langwerkende luchtwegverwijders
- 36 uur van tevoren: geen combinatiemedicijnen
Je ouders weten welke jij hebt. Overleg met hen voordat je iets gebruikt.
Voor ouders
Om een betrouwbaar resultaat te krijgen mag uw kind:
- 8 uur voor aanvang van het onderzoek geen kortwerkende luchtwegverwijders meer gebruiken (onder andere Ventolin®, Bricanyl®, Atrovent® en salbutamol).
- 36 uur voor aanvang van het onderzoek geen langwerkende luchtwegverwijders meer gebruiken (onder andere Serevent®, Foradil® en Oxis®). Andere medicijnen (zoals Pulmicort®, Flixotide®, Alvesco® en Qvar®) mogen gewoon gebruikt worden, tenzij uw arts anders aangeeft.
- 36 uur voor aanvang van het onderzoek geen combinatiemedicijnen meer gebruiken (onder andere Seretide® of Symbicort®).
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Hoe doen we de verschillende onderzoeken?
- Je komt naar de polikliniek en meldt je bij receptie 6. Als je aan de beurt bent, ga je naar de longfunctiekamer.
- Er mag iemand bij je blijven. Je vader, moeder, of iemand anders die je graag bij je hebt.
- We doen bij jou de longfunctieonderzoeken die we aangekruist hebben.
De Flow volumemeting
Wat meten we?
We meten hoeveel lucht je maximaal kunt inademen en uitademen. Ook meten we hoe snel dat gaat.
Hoe meten we dat?
- Je zit op een stoel voor het longfunctiemeetapparaat.
- Je krijgt een mondstuk in je mond en een neusklem op je neus.
- Je ademt zo diep mogelijk in. Dan blaas je zo hard en lang mogelijk uit.
- De longfunctieanalist geeft aan wanneer je de oefening moet doen.
- Dit doe je een aantal keren.
- Je mag het mondstuk uit en de neusklem af.
- Soms krijg je een luchtwegverwijdend medicijn.
- Je wacht dan een kwartiertje. Daarna doen we dezelfde meting nog een keer.
- De knijper gaat weer op je neus en het mondstuk weer in je mond.
- Je doet dezelfde blaasoefeningen nog een keer.
Hoe lang duurt het?
Het onderzoek duurt 15 tot 30 minuten.
De Bodybox
Wat meten we?
We meten de échte inhoud van je longen. Dus hoeveel lucht er in je longen kan. We tellen ook de lucht mee, die nog in je longen achterblijft na het uitademen.
Als je uitademt, blaas je namelijk nooit alle lucht uit. Er blijft altijd nog een beetje achter, zodat je longen niet dichtklappen.
Hoe meten we dat?
- In de longfunctiekamer staat een soort kast van glas. Dat is de Bodybox. Hij lijkt een beetje op een douchecabine, maar dan met glas aan alle kanten. En zonder water natuurlijk! In de Bodybox staat een stoel.
- Je gaat in de Bodybox op de stoel zitten met de neusklem op je neus en het mondstuk in je mond.
- De deur gaat met magneten dicht.
- Je legt je handen op je wangen zodat je geen bolle wangen krijgt als je hard moet blazen.
- Je ademt nu gewoon in en uit door het mondstuk.
- De longfunctieanalist vertelt wanneer er 2 seconde een klepje dichtgaat. Jij ademt gewoon door.
Hoe lang duurt het?
Het onderzoek duurt ongeveer 15 minuten. maar je zit ongeveer 3 minuten in de gesloten Bodybox.
Bronchiaal NO-meting
Wat meten we?
We meten hoeveel NO in de lucht zit die je uitademt. NO is een afkorting voor stikstofmonoxide. Als je een ontsteking in je luchtwegen hebt, zit er meer stikstofmonoxide in de lucht die je uitademt. We kunnen dus zien of je een ontsteking in je luchtwegen hebt.
Hoe meten we dat?
Nadat je de lucht in de kamer hebt weggeblazen, adem je maximaal in door een mondstuk dat de longfunctieanalist vasthoudt. Daarna blaas je rustig een aantal seconden uit door het mondstuk. De longfunctieanalist vertelt met welke kracht je dat moet doen, en er is een animatie om je erbij te helpen.
En dan de meting:
- Je ademt een paar keer gewoon in en uit.
- Je blaast alle lucht helemaal uit en doet het mondstuk in je mond.
- Je ademt diep in, stopt het mondstuk in je mond en blaast rustig uit. Je ziet op het beeldscherm of je harder of zachter moet blazen. Blaas door tot de luchtballon aan de overkant is.
Hoe lang duurt het?
Het onderzoek duurt ongeveer 5 minuten.
Diffusie-meting
Wat meten we?
We meten hoe snel je longen de ingeademde zuurstof aan je bloed afgeven.
Hoe meten we dat?
- Je zit op een stoel voor het longfunctiemeetapparaat.
- Je krijgt een mondstuk in je mond en een neusklem op je neus.
- Je ademt eerst een aantal keren rustig in en uit. de longfunctieanalist vertelt wanneer je zo lang mogelijk uit moet blazen.
- Dan adem je zo diep mogelijk in en houd je je adem 10 seconden vast (10 tellen).
- Je ademt na 10 tellen weer uit.
- Je doet dezelfde blaasoefening minstens nog één keer.
Hoe lang duurt het?
Het onderzoek duurt ongeveer 15 minuten. Want tussen de metingen door moeten we even wachten.
Stikstof uitwas meting (FOT)
Wat meten we?
Bij de FOT meten we hoeveel moeite het kost om adem te halen. Dit noemen we de weerstand van de luchtwegen.
Hoe meten we dat?
- Je zit op een stoel voor een longfunctiemeetapparaat.
- Je krijgt een mondstuk in je mond en een neusklem op je neus.
- Je ademt rustig in en uit door het mondstuk.
- De longfunctieanalist houdt haar handen op je wangen tijdens de meting .
Hoe lang duurt het?
Het onderzoek duurt maximaal 15 minuten.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Als de longfunctieonderzoeken klaar zijn, mag je direct terug naar huis of naar de afdeling. Je mag alles doen wat je ook voor het onderzoek mocht.
De uitslag
De uitslag krijg je van de kinder(long)arts die de longfunctieonderzoeken aanvraagt. Dat gebeurt tijdens de eerstvolgende afspraak. De dokter bespreekt dan met jou en je ouders wat we gemeten hebben en wat dat betekent.
Bijwerkingen
Als je luchtwegverwijdende medicijnen hebt gekregen (bijvoorbeeld Ventolin®), kun je je daardoor trillerig voelen of hartkloppingen hebben. Dit kan vervelend voelen, maar is niet erg. Het gaat snel weer over.
Complicaties
Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Bij een longfunctieonderzoek is er geen kans op complicaties. Een longfunctieonderzoek is veilig. Je wordt er niet ziek van. Je klachten worden er ook niet erger door.
Heb je nog vragen?
Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.
Voor vragen over een longfunctieonderzoek kun je bellen met de functieafdeling Longziekten: telefoonnummer 088 75 547 57.
Voor andere vragen of advies kun je contact opnemen met de medisch pedagogische zorg:
- Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl
- Telefonisch: kantoordagen van 09.00- 16.00 uur, 088 7554224
- Inloopspreekuur psychosociale zorg op polikliniek, kijk voor meer informatie op de website
Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Polikliniek Kinderlongziekten
De afdeling is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.
Is uw kind onder behandeling in het CF-centrum en is er een probleem waarvoor u direct advies nodig hebt buiten kantooruren: 06-10880156
Als er zich tijdens de behandeling van de aandoening van uw kind situaties voordoen waarbij u direct advies nodig heeft, dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek longziekten: 088-7554757.
Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met uw huisarts.