Je komt in ons ziekenhuis voor een onderzoek: een lactosetolerantie test. Lactose is een suiker dat in melkprodukten zit. De dokter onderzoekt of jouw lichaam lactose goed kan verteren. Een ander woord voor verteren is opsplitsen.
Lactose Tolerantie Test bestaat uit drie woorden:
Lactose = een melksuiker
Tolerantie = verdraagzaamheid. In dit geval hoe jouw lichaam een bepaalde stof verdraagt. Hoe het daarop reageert.
Test = een ander woord voor onderzoek of meting
Het onderzoek duurt van 9.00 tot 12.15 uur.
Een lactose tolerantie test doet geen pijn. Alleen als jouw lichaam lactose niet goed verteert, krijg je soms klachten. Dan kun je buikpijn krijgen. Misschien heb je last van een opgeblazen gevoel en moet je winden laten. Dat gaat vanzelf weer over.
Je vader of moeder mogen bij je blijven tijdens de test.
Voor een lactose tolerantie test kom je naar de dagbehandeling. Dat is de afdeling waar we onderzoek doen naar je maag, darmen en lever.
De spijsvertering
Spijsvertering bestaat uit twee woorden:
- Spijs = eten
- Verteren = verbruiken, omzetten naar voedingsstoffen
Bij de spijsvertering zet je lichaam alles wat je eet en drinkt om in hele kleine deeltjes. Die deeltjes heten voedingsstoffen. Je lichaam kan deze voedingsstoffen opnemen en gebruiken. Je krijgt er energie van. Daardoor kun je actief zijn.
In je lichaam maken de organen van het spijsverteringskanaal het voedsel klein. Al deze organen werken samen. Zo maakt het eten een reis door je lichaam. Het begint als je eten in je mond stopt. Het eindigt als je gepoept hebt. Van boven naar beneden dus!
- Mond: Je tanden en kiezen in je mond maken het eten klein. Er komt speeksel bij het eten. In speeksel zitten bepaalde stoffen die inwerken op het eten. De spijsvertering begint dus meteen.
- Slokdarm: Als je je eten doorslikt, komt het in de slokdarm. De slokdarm drukt het eten naar je maag toe. Sommige stoffen uit je eten verteren hier al.
- Maag: Je maag maakt een soort knijpende beweging. Het eten wordt dan nog fijner gemalen. Er komt ook maagzuur bij het eten. Het maagzuur maakt een groot deel van bacteriën in je eten dood. Dat is goed, anders zou je snel ziek worden.
- Twaalfvingerige darm: Dit is het gedeelte tussen je maag en de dunne darm. Je alvleesklier, je lever en gal sluiten hier aan op het spijsverteringskanaal. Er komen vloeistoffen uit je alvleesklier en je gal bij je eten. Je eten is daarna helemaal omgezet in kleine voedingsstoffen.
- Dunne darm: Vanuit de dunne darm komen al veel voedingsstoffen in het bloed. Het bloed brengt het naar de rest van je lichaam.
- Dikke darm: Vanuit de dikke darm komen de laatste voedingsstoffen en water in het bloed.
- Endeldarm: Wat er nu nog overblijft, heb je niet nodig. Dat noemen we ontlasting (of poep). De endeldarm is een soort verzamelplaats voor de ontlasting.
- Anus (je poepgaatje): Via je anus verlaat de ontlasting je lichaam.
Wat doet het enzym lactase?
Lactose is een suiker. Het zit in melk en in veel producten die van melk gemaakt zijn. In zure melkproducten zit minder lactose. De bacteriën die daarin zitten, breken de lactose al een beetje af.
Lactose zit bijvoorbeeld in:
- volle, halfvolle, magere melk en karnemelk
- vla, pap, pudding, yoghurt, kwark, kefir, mousse, bavarois
- chocolademelk, yoghurtdranken, fruitzuiveldranken
- milkshake, ijs bereid met melk of room, (slag)room, zure room en crème fraiche
- geiten- en schapenkaas, smeltkaas, cottage cheese, hüttenkäse
- gebonden sauzen en soepen
- chocolade, koekjes, taart en gebak
Het lactose uit deze producten komt uiteindelijk in je dunne darm terecht. Daar gaat het enzym lactase aan het werk. Lactase maakt kleine deeltjes van de lactose. We noemen dat splitsen. Er ontstaan dan twee kleinere suikers. Dat zijn glucose en galactose. Je lichaam kan alleen deze kleinere suikers opnemen en als energiebron gebruiken.
Soms is het enzym lactase niet aanwezig of er is te weinig enzym. Dan kan lactose dus niet gesplitst worden. Je lichaam kan dit suiker dan ook niet opnemen. De lactose gaat dan verder naar de dikke darm. Daar gaan de bacteriën het lactose splitsen. Dit heet gisten. Hier komen ook gassen bij vrij. Je krijgt daardoor veel gas in je buik. Dat voelt vervelend. Je moet veel winden laten en je krijgt soms diarree.
Een van de gassen, die vrijkomt is waterstof. Dat komt uiteindelijk in je bloed en longen, en dan adem je het uit.
Als je lichaam lactose niet kan verteren, spreken we van lactose-intolerantie. De klachten verschillen. Het hangt er vanaf:
- hoeveel lactase jouw darm nog aanmaakt
- wat je eet
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Wat moet je van tevoren weten?
Voor het onderzoek mag je niets eten of drinken. Dat noemen we ‘nuchter zijn’.
- Vanaf twaalf uur in de nacht vóór het onderzoek mag je niets meer eten en drinken. Je mag dus niet ontbijten en ook geen water drinken. Als je niet nuchter bent, gaat het onderzoek niet door!
- Poets voor de zekerheid je tanden een keer niet, dan voorkom je dat je per ongeluk een slokje water drinkt!
Voor ouders
Kinderen jonger dan twee jaar mogen tot 4.00 uur ’s nachts nog iets eten en drinken.
Als je medicijnen gebruikt, overleg dan altijd even met je ouders en de dokter.
- Je moet tenminste twee weken van tevoren met anti-biotica stoppen.
- Je moet ten minste één week van tevoren met sommige laxeermiddelen stoppen.
Voor ouders
Wilt u contact met ons opnemen als uw kind:
- nog herstellend is van een kinderziekte
- in contact is geweest met een (kind met) kinderziekte
- de ochtend van het onderzoek ziek is of koorts heeft
- antibiotica gebruikt
- laxeermiddelen gebruikt (zoals Lactulose®, Duphalac®, Legendal® of Importal®)
Als het nodig is maken wij in overleg met u een nieuwe afspraak.
Wat kun je meenemen:
- iets om te doen in de tijd dat je moet wachten
- iets te eten of te drinken. Dat is lekker na afloop van de test, want je bent dan een tijd nuchter geweest!
Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Hoe doen we de lactose tolerantie test?
Om na te gaan of jij inderdaad een lactose-intolerantie hebt, doen we een waterstofademtest.
Als jouw lichaam lactose niet goed verteert, adem je meer waterstof uit. Daarom meten we tijdens de test de hoeveelheid waterstof in je adem. Dat doen we voordat je een product met lactose hebt gedronken en nadat je dat gedaan hebt.
Als de hoeveelheid waterstof in de uitademingslucht omhoog gaat, dan verteert jouw lichaam de lactose niet goed.
Het onderzoek gaat zo:
- Je ademt diep in en via een mondstuk adem je weer zolang mogelijk uit.
- We meten nu de uitgangswaarde (= de nuchtere waarde).
- Daarna krijg je een beker zoete thee te drinken. In de thee zit lactose, daarom smaakt die zoet.
- Als de thee op is, moet je 3 uur lang elk half uur blazen.
- We meten daarna steeds het waterstof in de uitgeademde lucht. Daar voel je niets van.
- Behalve de thee mag je tijdens het onderzoek niets eten of drinken!
- Tussendoor mag je spelen, spelleties doen of dvd kijken. Dat kan allemaal in de functiekamer. Of je gaat even van de afdeling af, maar blijf wel in of rondom het ziekenhuis.
Voor ouders
Als uw kind te klein is om zelf te blazen, vangen wij de uitgeademde lucht op via een kapje. Dit kapje omsluit de neus en de mond. Uw kind kan nog wel gewoon ademen. Wij meten het waterstof in de uitgeademde lucht. Voor iets oudere kinderen hebben we een mondstuk. Daarop kunnen kinderen gewoon in- en uitademen.
Sommige kinderen krijgen door het onderzoek wat buikpijn. Vraag er niet naar bij uw kind, maar laat het wel weten aan de verpleegkundige als uw kind uit zichzelf over buikpijn klaagt.
Neem eventueel een eigen beker of flesje mee waaruit uw kind de lactose-oplossing kan drinken.
Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen
Na de lactose tolerantie test
Als het onderzoek is afgelopen, mag je naar huis of ga je terug naar de afdeling. Je mag dan weer gewoon eten en drinken.
Samenvatting
- Een lactose tolerantie test meet of jouw lichaam lactose goed verteert.
- Je moet nuchter zijn, dus je mag van tevoren niets eten of drinken.
- Je krijgt een beker zoete thee te drinken.
- We meten de hoeveelheid waterstof in de lucht die jij uitademt. Daar voel je niets van.
- Het onderzoek duurt ruim 3 uur.
De uitslag
Tijdens de test kunnen we meteen al zien of jouw lichaam lactose goed verteert. Je maakt een afspraak met de dokter om verder te praten over de uitslag van de test. Dat kan op de polikliniek of via de telefoon. De dokter vertelt dan hoe het verder gaat.
Bijwerkingen
Een lactose tolerantie test heeft alleen bijwerkingen als jouw lichaam lactose niet goed verteert. Je kunt dan buikpijn krijgen. Dat voelt niet anders dan de buikpijn die jij anders ook soms hebt. Je krijgt er geen nieuwe klachten bij. Als je last hebt van verstopping, krijg je heel soms later op de dag een beetje buikpijn.
Complicaties
Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Bij een lactose tolerantie test is er geen kans op complicaties. Een lactose tolerantie test is veilig. Je wordt er niet ziek van. Je klachten worden er ook niet erger door.
Heb je nog vragen?
Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.
Voor vragen over een lactose tolerantie test kun je bellen met de dagbehandeling:
- het liefst tussen 14.45 en 16.30 uur
- telefoonnummer 088 75 544 40.
Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg:
- Telefonisch: kantoordagen van 09.00 - 16.00 uur, 088 75 754 24
- Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl
- Persoonlijk: kantoordagen van 13.30 -14.30 uur, 4e verdieping, richting sportdakterras, eerste deur links na de klapdeur
Natuurlijk mogen je ouders deze nummers ook bellen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek maag-, darm en leverziekten hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Polikliniek Maag-, darm- en leverziekten
De afdeling is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.