Bera-onderzoek met narcose

U komt met uw kind in ons ziekenhuis voor een onderzoek: een BERA-onderzoek. Dat is een gehooronderzoek. We meten hoe de gehoorzenuw en een deel van de hersenen van uw kind reageren op geluid. Een BERA-onderzoek is niet pijnlijk.

BERA is een afkorting in het Engels. Het betekent: Brainstem Electric Response Audiometry:

• Brainstem: betekent hersenstam. Dat is een belangrijk gedeelte in de hersenen. De hersenstam regelt ook het gehoor.
• Electric: betekent elektrisch. Hier bedoelen we ‘signalen doorgeven’.
• Response: betekent reactie.
• Audiometry: betekent audiometrie. Dat betekent geluidsmeting:
  • audio = geluid
  • metrie= meting

In het Nederlands heet het onderzoek ‘hersenstam-audiometrie’. We meten hoe de hersenstam reageert op geluidssignalen die uw kind hoort.

Het BERA-onderzoek onder narcose gebeurt op een operatiekamer.

Narcose

Bij een BERA-onderzoek is het heel belangrijk dat uw kind heel rustig blijft liggen. We hebben gemerkt dat dat voor uw kind nog te moeilijk is. In overleg met u hebben we besloten dat we het BERA-onderzoek onder narcose doen. Narcose wil zeggen dat uw kind gaat “slapen” met behulp van medicijnen. Uw kind merkt dan niets van het BERA-onderzoek en wij kunnen de metingen dan goed doen.

Als het mogelijk is, combineren we het onderzoek met een ingreep waarvoor uw kind toch al onder narcose gaat.

Dagopname in het WKZ

Een BERA-onderzoek gebeurt meestal tijdens een dagopname. Dat betekent dat uw kind en u op de dag van het onderzoek naar het ziekenhuis komen.

Jullie gaan naar het kinderdagcentrum op de 1e etage. Het onderzoek gebeurt op de operatieafdeling van het WKZ.
Na het onderzoek blijft u samen met uw kind minimaal een uur op de verpleegafdeling, zodat uw kind goed wakker kan worden. Als uw kind weer heeft gedronken en gegeten mogen jullie weer naar huis.

U mag de hele dag bij uw kind blijven. Alleen niet als in de operatiekamer het BERA-onderzoek gedaan wordt. U blijft op de operatiekamer bij uw kind totdat deze in slaap valt (onder narcose is), daarna gaat u weg. Als uw kind weer wakker wordt, bent u weer bij uw kind.

Voor de rust op de verpleegafdeling mogen broertjes of zusjes niet meekomen.

Opname in het WKZ

Als uw kind al in het ziekenhuis ligt, gaan jullie vanuit de eigen afdeling naar de operatie-afdeling.

Hoe werkt het BERA-apparaat?

We gaan meten wat de reactie van de hersenstam van uw kind is op het geluid dat door het oor aan de hersenstam wordt doorgegeven. Dat doen we met contactplaatjes en een BERA-apparaat. Een contactplaatje is een plakker met een draad er aan. Dat is verbonden met het BERA-apparaat.

We plakken de contactplaatjes op het hoofd: één achter elk oor en één of twee op het voorhoofd. Uw kind krijgt dan een hoofdtelefoon op en hoort een soort ratelgeluid.

De meetapparatuur meet dan wat de reactie van de hersenstam is op dat geluid. Uw kind voelt niets van het onderzoek.

De reacties van de hersenstam op de geluiden zijn heel klein. Die reacties worden heel makkelijk overstemt door het aanspannen van de spieren aan het hoofd en de nek. Daardoor kunnen we de reacties van de hersenstam lastig meten. Om goed te kunnen meten, moet uw kind rustig en ontspannen zijn. Het is het beste als een kind slaapt tijdens het meten. Bij uw kind is gekozen voor een BERA-onderzoek onder narcose.

Voorbereiding uitklapper, klik om te openen

Een tijdje vóór het BERA-onderzoek hebben uw kind en u een afspraak op de POS-poli. POS is de afkorting van: Pre Operatief Spreekuur. Dat betekent: het spreekuur vóór een onderzoek, behandeling of operatie onder narcose.

De POS-poli is in het WKZ op de 1e verdieping bij receptie 8.

Op de POS-poli hebben jullie een gesprek met de POS-verpleegkundige of met de anesthesist.

Wat gebeurt er op de POS-poli?

• Er worden vragen gesteld over bijvoorbeeld:
  • welke ziektes uw kind heeft gehad
  • of uw kind koorts heeft
  • of uw kind verkouden is
• Soms meten ze het gewicht, de lengte, de bloeddruk of de hartslag.
• Ook bespreken we met uw kind en u:
  • hoe het gaat als uw kind onder narcose gaat
  • hoe uw kind het beste de narcose kunt krijgen:
    • met een prik
    • of met een kapje.
  • wat uw kind kan helpen als het pijn heeft of bang is.

Ziet uw kind op tegen de narcose, zeg het dan tegen de POS-verpleegkundige of de anesthesist.

Op de POS-poli krijgen jullie een folder over de narcose. Dan kunnen jullie nog eens nalezen wat er is verteld.

Aandachtspunten

• Gebruikt uw kind bloedverdunningsmiddelen? Dan kan het zijn dat uw kind deze al vóór het BERA-onderzoek niet meer mag nemen. Overleg dit vóór de opnamedag al met de arts.
• Gebruikt uw kind insuline? Dan raden we u aan om met de arts te overleggen. Misschien is het beter de dosis aan te passen.
• Is uw kind allergisch, bijvoorbeeld voor contrastvloeistof? Meld dit dan altijd.
• (Kinder)aspirine® is een pijnstiller die het bloed verdunt. Daardoor is er meer kans op nabloedingen. Geef uw kind daarom minstens twee weken voor de operatie geen (kinder)aspirine®. Als uw kind een pijnstiller nodig heeft, kunt u wel (kinder)paracetamol geven.
• Kort voor de narcose mag uw kind geen vaccinatie krijgen. We houden de volgende periode aan:
  • twee dagen voor de narcose geen DKTP- en meningokokken-vaccinatie
  • twee weken voor de narcose geen BMR-vaccinatie

Vóór het BERA-onderzoek

Wat moet u van tevoren weten?

Voorbereiding thuis: voor de narcose moet uw kind een tijdje nuchter zijn. U hoort op de POS-poli hoe lang van tevoren dit is.

Naar de operatiekamer

In de informatie over “Narcose” leest u uitgebreid hoe het gaat als uw kind onder narcose gaat. Hieronder staat het in het kort beschreven.

In het kinderdagcentrum / Op de verpleegafdeling

• Als uw kind wilt, kan het de voorbereidingsspullen nog een keer bekijken.
• Uw kind krijgt een operatiejasje aan en een naambandje om.
• Als uw kind aan de beurt is, gaat het in bed, samen met u, naar de wachtruimte (holding) bij de operatiekamer.

In de holding

• Eén van de ouders en de pedagogisch medewerker of verpleegkundige doen een schort aan, blauwe ‘slofjes’ over de schoenen en zetten een speciale muts op.
• De medewerkers van de operatiekamer (met een blauw pak en een muts) komen jullie ophalen. Ze stellen nog wat vragen aan uw kind en u.
• Ze nemen uw kind, één van de ouders en de pedagogisch medewerker of verpleegkundige mee naar de operatiekamer.

In de operatiekamer

• Uw kind gaat op de operatietafel liggen.
• Uw kind krijgt een plakker met daarin een klein lampje op de vinger of teen geplakt.
• Uw kind krijgt drie monitor-stickers op de borst geplakt.
• Uw kind krijgt de narcose met een kapje of een prik.
• Als uw kind slaapt gaat u terug naar de afdeling.
• De audioloog of audiologie-assistent doet het BERA-onderzoek. De audioloog beoordeelt het onderzoek. De audioloog is een specialist in alles wat met het gehoor te maken heeft.

In de uitslaapkamer

• Uw kind ligt weer in het eigen bed als het wakker wordt.
• Eén van de ouders mag erbij komen zitten.
• Uw kind heeft nog steeds de monitor-stickers, het lampje op de vinger, en een infuus in de hand.
• Als uw kind goed wakker is, rijden ze uw kind met bed en al weer naar de afdeling.

Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen

Na het BERA-onderzoek

Terug op de afdeling

• Als uw kind weer op de afdeling is, mag het rustig in bed blijven liggen. De verpleegkundige komt regelmatig kijken.
• Misschien voelt uw kind zich niet zo lekker, is het misselijk of heeft pijn. Zeg dit tegen de verpleegkundige als er iets is. Ze kunnen er dan rekening mee houden of uw kind extra medicijnen geven.
• Als uw kind goed wakker is, mag het weer wat drinken en eten.
• Na minimaal een uur en als uw kind gedronken en gegeten heeft, mogen jullie naar huis.

Naar huis

• Ga niet met uw kind op de fiets.
• Bent u met de auto? Zorg dan dat u met z’n tweeën bent. Uw kind kan misselijk worden en overgeven. Dan is het lastig om zowel op uw kind als op het verkeer te letten.
• U kunt ook een taxi bespreken.

Bijwerkingen

Mogelijke bijwerkingen van de narcose

Tijdens een narcose krijgt uw kind een buisje in de keel, dat helpt om te ademen. Soms heeft uw kind daardoor wat keelpijn of klinkt de stem wat anders als uw kind wakker wordt. Dat gaat na een poosje weer over. Door de narcose kan uw kind misselijk zijn of moet het overgeven. Uw kind kan hiervoor medicijnen krijgen van de verpleegkundige in de uitslaapkamer of op de afdeling.

Soms kan het even duren voordat uw kind zich weer helemaal de oude voelt. Dat is normaal.

Mogelijke bijwerkingen van het BERA-onderzoek

Bij een BERA-onderzoek heeft uw kind geen last van bijwerkingen. Door een BERA-onderzoek krijgt uw kind er dus geen nieuwe klachten bij.

Complicaties

Ernstige complicaties door de narcose komen tegenwoordig nog maar heel weinig voor.

Bij een BERA-onderzoek is er geen kans op complicaties. Een BERA-onderzoek is veilig. Uw kind wordt er niet ziek van. De klachten worden er ook niet erger door.

De uitslag

De uitslag krijgt u van de audioloog. De audioloog geeft de uitslag via de telefoon of tijdens een spreekuur.

Contact uitklapper, klik om te openen

 De afdeling kind en communicatie is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur.

Maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.30 uur