Supraglottoplastiek

De operatie vindt plaats op de operatiekamer in het WKZ. Op de operatiekamer zijn meerdere personen aanwezig. Beide ouders kunnen mee naar de ruimte die voor de operatiekamer ligt. Daarna mag een van de ouders mee naar de operatiekamer en aanwezig blijven tot uw kind in slaap is gevallen. Er zijn hier veel mensen aanwezig zoals de anesthesist (verdovingspecialist), kno-arts, aios (artsen in opleiding tot specialist) en ondersteunend personeel.

De narcose

Uw kind wordt in slaap gebracht met een kapje op het gezicht. Tijdens het in slaap vallen kan uw kind onrustig zijn en flink bewegen. Dit hoort bij het in slaap vallen en uw kind herinnert zich hier later niks meer van.

De ingreep

Tijdens de behandeling worden strak gespannen plooitjes ingeknipt waardoor de luchtweg ruimer wordt en deze minder snel samenvalt bij het inademen. Dit gebeurt met een schaartje of met een laser. De totale behandeling (inclusief in slaap vallen) duurt ongeveer een uur.

In het begin kan uw kind nog wat pijnklachten hebben. Hiervoor krijgt uw kind pijnstillende middelen. De ademhaling is meestal meteen na de ingreep beter. Daardoor zijn kinderen na de operatie vaak wakkerder dan voorheen en hebben ze snel meer energie. In het begin heeft uw kind soms een hoge slijmproductie, omdat het slikken zeer kan doen. Deze fase duurt enkele dagen tot twee weken.

De uitslag van de ingreep krijgt u direct na de ingreep van de kno-arts op de uitslaapkamer of later op de verpleegafdeling. Na de behandeling verblijft uw kind nog een nachtje in het ziekenhuis op de intensive care of op de afdeling. Als alles goed gaat kan uw kind de volgende dag met u mee naar huis. Na ongeveer een week komt u met uw kind terug voor een poliklinische controle.

Mogelijke complicaties

Zelfs als een onderzoek helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties. Bij deze ingreep zijn de belangrijkste:

• Schade aan de slijmvliezen of de tandjes doordat de arts opereert via een starre buis door de mond van uw kind.
• Wondinfecties of een nabloeding na de ingreep.
• Slijmvlieszwelling na de ingreep waardoor uw kind benauwd kan worden. Het kan nodig zijn dat we medicatie geven, om opnieuw een beademingsbuisje in te brengen. In het ergste geval kan het zijn dat we met spoed een luchtpijpsnede moeten verrichten.
• Kortdurende periode van verslikken doordat uw kind moet wennen aan een ruimere luchtweg.

Leefregels

Na de operatie is het belangrijk dat u goed oplet dat het eten en drinken bij uw kind goed blijft gaan en dat uw kind niet benauwd wordt of koorts krijgt. Uw kind  krijgt zes weken anti-(maag)zuur medicatie voorgeschreven om littekenvorming te voorkomen. Ook krijgt uw kind zeven dagen antibiotica. 

Contact opnemen met arts

De eerste dagen na behandeling kan uw kind nog pijnklachten hebben in de keel. Uw kind kan ook enige tijd last hebben van verslikken. U moet contact opnemen als uw kind benauwd wordt, zich verslikt/ niet kan slikken of koorts krijgt. 

Het doel van de behandeling is dat het samenvallen van de luchtweg afneemt,  waardoor er meer ruimte komt om adem te halen. Een groot deel van de kinderen heeft na de eerste ingreep een goed herstelde ademweg. Bij sommige kinderen is een tweede ingreep of verder onderzoek noodzakelijk als het gewenste effect nog niet is bereikt.  

16-4-2025

Toegangstijd polikliniek Keel-, neus-en oorheelkunde: 2 weken

In het patiëntportaal van uw kind kunt u onder 'Afspraken' meer praktische informatie over deze behandeling vinden.

Naar Mijn UMC Utrecht

Wat hoort er bij deze behandeling

• Polikliniek Keel-, neus- en oorheelkunde
• Verpleegafdeling Schildpad

Zorgkosten