Schisis - behandeling
Schisis - behandeling
Bij een kind met schisis is altijd een operatie noodzakelijk. De plastisch chirurg sluit de schisis in lip en/of gehemelte. De kaakchirurg sluit de schisis in de kaak.
Lipspleet
Bij deze vorm van schisis is alleen de lip van uw kind geheel of gedeeltelijk gespleten. Soms is de neus asymmetrisch. Behandeling van uw kind bestaat uit het operatief sluiten van de lip en zo nodig een correctie van de neus. De plastisch chirurg zal tijdens de operatie niet alleen de huid hechten, maar ook het lippenrood, het slijmvlies en de kringspier van de lip. Na deze operatie blijft er een litteken zichtbaar. Bij een kind met een dubbelzijdige lipspleet worden beide lipspleten tijdens één operatie gesloten.
De plastisch chirurg sluit de lipsleet als uw kind tussen de drie en zes maanden oud is.
Gehemeltespleet
Als bij uw kind alleen het gehemelte geheel of gedeeltelijk gespleten is, heeft dit gevolgen voor onder meer de voeding, de spraakontwikkeling en het gehoor. Het tijdstip van opereren wisselt per kind. Welke techniek de chirurg kiest hangt af van de breedte van de spleet. De logopedist is betrokken bij voedingsproblemen en volgt de spraakontwikkeling. De KNO-arts controleert het gehoor.
De plastisch chirurg sluit de gehemeltespleet als uw kind tussen de zes en twaalf maanden oud is.
Lip- en kaakspleet
Behalve een lipspleet is er bij uw kind ook een gehele of gedeeltelijke onderbreking van de tandboog van de bovenkaak. Bij een incomplete kaakspleet zijn de kaakhelften via het intacte harde gehemelte toch stevig met elkaar verbonden. De behandeling van uw kind bestaat uit het operatief sluiten van de lip en zo nodig een correctie van de neus. De plastisch chirurg zal tijdens de operatie niet alleen de huid hechten, maar ook het lippenrood, het slijmvlies en de kringspier van de lip. Na deze operatie blijft er een litteken zichtbaar. Bij een kind met een dubbelzijdige lipspleet worden beide lipspleten tijdens één operatie gesloten. De plastisch chirurg sluit de lipsleet als uw kind tussen de drie en zes maanden oud is.
De spleet in de kaak wordt door de kaakchirurg gesloten. Het moment van de operatie hangt af van het doorbreken van de eerste hoektand. Dit is meestal als uw kind acht tot tien jaar oud is. Tijdens de operatie wordt het ontbrekende bot in de kaakboog aangevuld met kunstbot of bot uit het eigen lichaam. De tandarts en de orthodontist zijn betrokken bij de voorbereiding op deze kaakoperatie.
Lip-, kaak- en gehemeltespleet
Bij deze vorm van schisis zijn niet alleen de lip en de kaak maar ook het gehemelte gespleten. De spleten kunnen gedeeltelijk of volledig, enkelzijdig of dubbelzijdig zijn. Een dergelijke aangeboren afwijking kan gevolgen hebben voor de voeding, spraakontwikkeling en het gehoor. Een enkele keer is een gehemelteplaatje nodig dat de hele bovenkaak en het harde gehemelte bedekt. Een gehemelteplaatje is een plastic plaatje dat wordt aangemeten door de orthodontist.
Meerdere operaties zijn nodig om de verschillende spleten te sluiten en te herstellen. De plastisch chirurg zal tijdens het sluiten van de lipsleet niet alleen de huid hechten, maar ook het lippenrood, het slijmvlies en de kringspier van de lip. Na deze operatie blijft er een litteken zichtbaar. De plastisch chirurg sluit de lipsleet als uw kind tussen de drie en zes maanden oud is. De gehemeltespleet wordt door de plastisch chirurg gesloten als uw kind tussen de zes en twaalf maanden oud is.
De spleet in de kaak wordt door de kaakchirurg gesloten. Het moment van de operatie hangt af van het doorbreken van de eerste hoektand. Dit is meestal als uw kind acht tot tien jaar oud is. Tijdens de operatie wordt het ontbrekende bot in de kaakboog aangevuld met kunstbot of bot uit het eigen lichaam. De tandarts en de orthodontist zijn betrokken bij de voorbereiding op deze kaakoperatie. Bij sommige patiënten is na de groei een verplaatsing van de bovenkaak nodig. Dit is pas aan het einde van de groei te beoordelen. De logopedist is betrokken bij voedingsproblemen en volgt de spraakontwikkeling. De KNO-arts controleert het gehoor.
Resultaat
Het succespercentage bij deze operaties groot. Wel is het resultaat mede afhankelijk van de uitgangssituatie. Incomplete lipspleten, waarbij de neusbodem en de kaak intact is, leveren betere resultaten op dan volledige spleten omdat de beginsituatie gunstiger is.
Problemen met het gebit
Tijdens het schisisspreekuur controleert de tandarts de tanden en kiezen van uw kind. Zo houdt de tandarts in de gaten of er geen afwijkingen zijn. Zo nodig geeft de tandarts of orthodontist advies over de tandverzorging.
De tandarts let op:
- het aantal tanden en kiezen
- het tandbederf
- de stand van de tanden
Bij een kind met alleen een lipspleet kan later blijken dat ook de kaak betrokken is bij de schisis. Dit komt pas aan het licht tijdens het wisselen van het gebit. In dat geval wordt uw kind verwezen naar de orthodontist.
Bij een kind met een combinatie van een lipspleet en een kaakspleet zijn er afwijkingen van de tandstand. Deze worden door de orthodontist behandeld. De tanden en kiezen staan vaak dicht op elkaar, soms vormen ze een onregelmatige rij. Daarom is het belangrijk om extra aandacht te besteden aan mondhygiëne door ouders en (later) door het kind zelf. Als uw kind voldoende gegroeid is, kan de orthodontist de tanden en kiezen in een regelmatige tandboog zetten. Als er te weinig tandmateriaal is wordt als uw kind uitgegroeid is (op ongeveer 19 jarige leeftijd) tandmateriaal toegevoegd. Meestal zijn dat implantaten of kronen en bruggen.Mogelijke complicaties
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
Complicaties bij het dichten van een lipspleet
Mogelijke complicaties zijn infectie van de wond en opengaan van de wond. Dit komt gelukkig zelden voor.
Complicaties bij het herstellen van een kaakspleet
Na een bottransplantatie bij een kaakspleet kunnen complicaties optreden, zoals een nabloeding of infectie.
Verder bestaat er een kans dat het stukje bot bloot komt te liggen of dat er een gaatje in het gehemelte overblijft. Hierdoor kan er vloeistof in de neus komen als uw kind drinkt. Zo’n restgaatje wordt in een later stadium alsnog gesloten. Als er bot uit de kin is gebruikt, kan uw kind tijdelijk een ander gevoel in de onderlip hebben. Als er bot uit de heup is gebruikt, kan uw kind tot twee weken na de operatie pijn hebben bij het lopen.
Complicaties bij het sluiten van spleet in het zachte gehemelte
Er bestaat altijd een kleine kans op infectie. Hierdoor kan het litteken loslaten. Dit komt echter niet vaak voor. De kans op loslaten neemt toe bij zeer brede spleten. Door gebrek aan weefsel moet de arts de spleet soms onder spanning hechten.
Complicaties bij het sluiten van een spleet in het harde gehemelte
Er is een kans dat een stukje van de sluiting onvoldoende geneest en er weer een gaatje (fistel) ontstaat tussen mond- en neusholte. Zo’n gaatje kan tijdens een vervolgoperatie worden gesloten. Verder bestaat er een kleine kans op een nabloeding uit het mondslijmvlies. Er is bovendien een kleine kans op infectie.
Zorg na een behandeling
In de folders vindt u informatie over zorg na een behandeling:
- Folder zorg na lipsluiting
- Folder zorg na gehemeltesluiting
- Folder zorg na spraakverbeterde operatie
Ervaringsverhaal - zorg en begeleiding bij een schisis
In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:
In dit filmpje deelt moeder Chantal haar ervaringen in het Wilhelmina Kinderziekenhuis over de zorg en begeleiding van haar zoon Lux die een schisis heeft.
Wachttijden uitklapper, klik om te openen
Lees meer over wachttijdenMeer weten uitklapper, klik om te openen
In het geval dat u of uw kind deze behandeling ondergaat, kunt u onder ‘Agenda’ in het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht praktische informatie over de afspraak vinden.
Wat hoort er bij deze behandeling
Zorgkosten
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Schisiscentrum
schisiskinderen@umcutrecht.nl.
Telefonisch bereikbaar op maandag, woensdag en donderdag van 9.00 - 12.00 uur.