Je komt in ons ziekenhuis voor een behandeling met het medicijn methylprednisolon. Door methylprednisolon heb je minder last van ontstekingen.
De dokter kan dit medicijn om verschillende redenen voorschrijven. Bijvoorbeeld omdat jij:
- een reumatische aandoening hebt, zoals jeugdreuma, ESES of SLE
- een nierfilterontsteking hebt, zoals de ziekte van Henoch-Schönlein of IgA nefropathie
- nefrotisch syndroom hebt dat niet goed op de gewone behandeling reageert
- een neurologische aandoening hebt, zoals MS
- allergische verschijnselen hebt
- een huidziekte hebt
- een transplantatie hebt gehad en de dokter een afstoting wil voorkomen of behandelen
Je krijgt methylprednisolon via een infuus. Je komt drie dagen achter elkaar, een ochtend of een middag naar het ziekenhuis. De behandeling duurt 3 tot 4 uur.
De prik die we moeten geven voor het infuus kan pijn doen. We doen ons best om ervoor te zorgen dat je hier zo min mogelijk last van hebt.
Er mag iemand bij je blijven tijdens de behandeling met methylprednisolon. Je vader, moeder, of een andere volwassene die je graag bij je hebt.
De behandeling met methylprednisolon krijg je:
- op de dagbehandeling
- of op een verpleegafdeling.
Hoe werkt het medicijn methylprednisolon?
Methylprednisolon is een ontstekingsremmer. Ontstekingen ontstaan in je lichaam door:
- Beschadiging van weefsel
- Prikkels van buiten, bijvoorbeeld een bacterie, virus, of UV-straling (dat zit in de straling van de zon)
- Een auto-immuunreactie. Dat betekent dat jouw lichaam je eigen cellen en weefsels niet herkent. Het ziet deze cellen als ‘indringers’ die weg moeten. Je lichaam vecht dan eigenlijk tegen jezelf. Bij jeugdreuma gebeurt dat bijvoorbeeld in je gewrichten.
Een ontstekingsremmer zorgt ervoor dat je minder last hebt van ontstekingen. Het remt je afweersysteem: je lichaam ‘vecht’ niet meer tegen zichzelf.
Prednisolon is een gluco-corticoïd. Het is een hormoon en werkt op 2 manieren:
- het onderdrukt het afweersysteem
- het remt direct ontstekingsreacties
Jouw lichaam maakt zelf in de bijnier ook gluco-corticoïden aan.
Methylprednisolon is een langwerkend medicijn. Dat betekent dat door de methylprednisolon je klachten op langere termijn minder worden. Het zorgt er dus niet direct voor dat je minder last hebt. Pas na een paar dagen kun je effect merken. Bij sommige ziektes kan het ook wel eens een paar weken duren voor het effect duidelijk wordt.
Voorbereiding uitklapper, klik om te openen
Wat moet je van tevoren weten?
- Meestal mag je voor de behandeling met methylprednisolon gewoon eten en drinken. Als dat niet mag, hoor je dat van tevoren van de dokter of de verpleegkundige.
- Meestal mag je die dag je medicijnen gewoon innemen.
- Trek kleren aan die makkelijk zitten.
Kom je van thuis, neem dan mee ...
Voor een behandeling met methylprednisolon blijf je 3 tot 4 uur in het ziekenhuis. Breng daarom iets mee dat je leuk vindt om te doen. Denk bijvoorbeeld aan:
- een (voor)leesboek
- een spelletje
- een mobiele telefoon waarmee je muziek kan luisteren
- je knuffel
Wat doen wij vóór de behandeling met methylprednisolon begint?
- Als je voor het eerst op de afdeling bent, laat de verpleegkundige jou en je ouders eerst de afdeling zien.
- Ze wijst je de ruimte waar jij de dag doorbrengt. Dat is ook de plek waar je later het medicijn krijgt.
- De verpleegkundige stelt een aantal vragen aan jou en je ouders over hoe het met je gaat.
- De verpleegkundige meet met een oorthermometer je temperatuur. Dit gaat heel snel en doet geen pijn. Zo kunnen we zien of je geen koorts hebt.
- Soms luistert de verpleegkundige of dokter naar je longen met een stethoscoop. Soms kijkt hij ook in je mond en je oren.
- Je krijgt een bloeddrukband om je bovenarm. Die komt even strak te zitten. Zo meten we je bloeddruk.
- De verpleegkundige weegt je.
- Als alles goed met je gaat, ga je mee naar de behandelkamer. Je ouder mag met je mee.
- In de behandelkamer krijg je een infuus.
- Als je het spannend vindt om het infuus te krijgen, kan de pedagogisch medewerker nog uitleg geven en/of je begeleiden.
Wat is een infuus?
Je krijgt een infuus. Dit is om de (slaap) medicijnen te kunnen geven en soms ook om bloed af te nemen. Je krijgt een prik in je hand of je arm. Na die prik blijft er een dun, plastic buisje in je bloedvat zitten. Dit noemen we een infuus. Via dat buisje komen de medicijnen in je lichaam. Ook kunnen we via het infuus bloed afnemen. Een prik kan pijn doen. We kunnen een spray op je huid spuiten waardoor je op die plaats minder voelt; de huid wordt verdoofd. De spray ruikt naar banaan en noemen we dan ook vaak bananenspray. Hij voelt alleen een beetje koud aan. Als de bananenspray is ingewerkt, voel je minder van de prik. Als het infuus goed zit krijg je een spalk. Dit is een soort plankje dat we met pleisters en verband vastmaken onder je arm. Dit helpt om je arm recht te houden.
Wil je meer weten over een infuus? Kijk dan op www.hetwkz-kind.nl of vraag de folder over het infuus.
- De verpleegkundige neemt via het infuus een beetje bloed af. Hier voel je niets van.
- Tijdens het inlopen van het medicijn willen we je goed in de gaten houden. Daarom krijg je:
- Drie stickers op je borst geplakt. Die zijn met draadjes verbonden aan de monitor. We kunnen zo je hartslag controleren.
- Een bloeddruk band om je arm. Deze is ook verbonden met de monitor. De monitor is een klein kastje met een beeldscherm. Het staat op een karretje met wielen zodat je het overal mee naartoe kunt nemen.
- Je gaat weer terug naar je plek.
Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen
De behandeling met methylprednisolon
De dokter bepaalt hoeveel methylprednisolon je krijgt. Dit hangt af van:
- wat voor ziekte je hebt
- je gewicht
- hoeveel klachten je hebt
- hoe je lichaam op het medicijn reageert
De verpleegkundige doet een slangetje aan het infuus waardoor het medicijn in je lichaam komt. Dit doet geen pijn.
De methylprednisolon zit in een spuit of een zak, dat is aangesloten op een pompje. Het pompje zorgt ervoor dat de methylprednisolon in een bepaalde tijd in je lichaam loopt, via je infuus. Het inlopen van de methylprednisolon duurt ongeveer 2 uur. In deze tijd moet je op de afdeling blijven. Je kunt doen waar je zin in hebt. Bijvoorbeeld spelletjes doen, lezen, computeren of tv kijken. Dan gaat de tijd wat sneller.
De verpleegkundige komt regelmatig bij je kijken. Ze controleert ieder kwartier je hartslag en je bloeddruk.
Het inlopen van de methylprednisolon doet geen pijn. Maar door de methylprednisolon kun je wel wat andere klachten krijgen. Je voelt je dan niet lekker. Bij “Bijwerkingen” kun je hier meer over lezen. Dit komt meestal, omdat je lichaam moet wennen aan het medicijn. Vertel het altijd aan de verpleegkundige als je je niet lekker voelt.
Als je je niet lekker voelt, meet de verpleegkundige nog een keer je bloeddruk en overlegt met de dokter. Zij zorgen ervoor dat jij je weer beter voelt.
Dit kan door:
- De methylprednisolon langzamer in te laten lopen.
- Even te stoppen met het geven van methylprednisolon. We kijken dan hoe het verder met je gaat. Als het beter gaat, starten we weer met de methylprednisolon.
- Een ander medicijn erbij te geven tegen bijvoorbeeld de misselijkheid, de jeuk of de hoofdpijn.
- Te stoppen met het geven van methylprednisolon. Dit doen we alleen als het echt niet anders kan.
Tijdens iedere opname willen we één keer je urine (plas) controleren. Als je naar de WC gaat krijg je een potje mee. Daar vang je wat urine in op. Je geeft het weer terug aan de verpleegkundige. In het laboratorium kijken ze je urine na en bepalen het suiker(glucose)gehalte.
Na de behandeling uitklapper, klik om te openen
Als de methylprednisolon in je lichaam zit:
- Sluit de verpleegkundige nog een zakje met vloeistof aan het infuus. Dit is om te zorgen dat ook al het medicijn dat in de slangetjes zit in je lichaam komt.
- Meet de verpleegkundige nog een keer je bloeddruk en je temperatuur. Het is belangrijk dat deze goed zijn en dat jij je ook goed voelt.
- Maakt de verpleegkundige het slangetje los van het infuus.
- Zij doet een verband om het infuus dat in je hand of arm zit. De volgende dag controleren we het infuus en als het goed zit kan het medicijn direct weer aangesloten te worden. Op de derde dag halen we het infuus uit je hand of arm. Dat doet geen pijn. Het loshalen van de pleisters kan wel even vervelend zijn.
- Blijf je nog een uur aan de monitor.
- Maken we je weer los van de monitor en bloeddrukband.
- Als je komt voor een dagbehandeling mag je weer naar huis. Een dag later kom je weer op de afdeling en gebeurt precies hetzelfde.
- Als je op een verpleegafdeling ligt, blijf je daar.
Bijwerkingen die al snel kunnen optreden
Tijdens het inlopen van de medicijnen, voel je je misschien niet lekker. Dit noemen we bijwerkingen.
Heel zelden komt het voor dat je een bijwerking krijgt door het medicijn. Dit kun je merken aan:
- Uitslag op je huid of jeuk
- Kortademigheid (je kunt moeilijker ademhalen of slikken)
- Hoofdpijn
- Misselijkheid
- Spierzwakte
- Rare smaak in je mond
De verpleegkundige kan bij het meten van je bloeddruk merken dat deze (te) hoog is.
Vertel het altijd tegen je ouders of de verpleegkundige. Samen met de dokter zorgen wij ervoor dat jij je weer beter gaat voelen.
Bijwerkingen die na langere tijd kunnen optreden
Zelfs als een behandeling helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er na enige tijd problemen ontstaan.
Kort nadat je de medicijnen hebt gehad (thuis).
Het komt zelden voor, maar soms heb je door de medicijnen meer kans op:
- Hoge bloeddruk
- Hartritme stoornissen
- Maagklachten
- Griep, verkoudheid, koorts
- Hoesten, keelpijn
- Huiduitslag, jeuk, meer jeugdpuistjes
- Hoofdpijn en duizeligheid
- Vermoeidheid, gevoel van zwakte
- Verhoogde bloedsuiker
- Kortademigheid
- Vocht vasthouden
Als je last hebt van één van deze bijwerkingen, laat je ouders dan bellen met de behandelende dokter.
Als je het medicijn heel lang moet gebruiken zijn er nog wat andere bijwerkingen. Je dokter kan je daar meer over vertellen.
Voor ouders
Bijwerkingen
Uw kind kan last krijgen van bijwerkingen tijdens en na de toediening van methylprednisolon.
Als het tijdens de toediening gebeurt, zal de arts de behandeling aanpassen. Meestal kan uw kind nog wel de methylprednisolon krijgen, ook al treden er bijwerkingen op. Soms besluit de arts dat het beter is geen methylprednisolon meer toe te dienen.
Na de toediening van methylprednisolon kunnen ook thuis bijwerkingen optreden, zoals infecties, koorts, verkoudheid, griep, hoesten, keelpijn, kortademigheid of steenpuisten. Deze bijwerkingen zijn meestal mild tot matig.
Heeft uw kind thuis één van deze complicaties, overleg dan met de behandelend arts. ’s Nachts en in het weekend kunt u contact opnemen met het ziekenhuis en vragen naar de dienstdoende kinderarts, telefoonnummer 088 75 555 55.
Op lange termijn kan uw kind last krijgen van:
- Psychische veranderingen zoals stemmingswisselingen
- Gewichtstoename
- Cushing syndroom. Dit houdt onder andere in dat je gezicht dikker wordt, je vetophoping krijgt op verschillende plekken van je lichaam, je huid en haren worden dunner.
- Meer haargroei over je hele lichaam
- Verzwakking van de botten: osteoporose
- Groeistoornissen
- Suikerziekte
- Stuipen
- Verkalking van de ooglens
Als u daar vragen over heeft, kunt u die stellen aan de arts.
Als uw kind geopereerd wordt
Wordt uw kind geopereerd (denk hierbij bijvoorbeeld aan een ingreep in het ziekenhuis of bij de tandarts)? Dan is overleg met de behandelend arts noodzakelijk. Meestal mag uw kind vijf weken voor een operatie geen methylprednisolon gebruiken.
Vaccinaties
Vaccinaties met verzwakt levend virus (zoals de BMR) gaan niet samen met het gebruik van methylprednisolon. Ze moeten daarom al gegeven worden voordat er gestart gaat worden met methylprednisolon, uiterlijk vier weken voor de behandeling. Een griepprik mag wel.
Zorgkosten uitklapper, klik om te openen
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek reumatologie, hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Polikliniek Reumatologie
De afdeling is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.